NAMENINDEX van Die Rose van Heinric

Deze namenindex is gemaakt volgens de principes van het REMLT. De hoofdtrefwoorden zijn echter niet herspeld (denk aan c/k, sc/sch etc.), er is modern gealfabetiseerd en de opmaak is enigszins afwijkend (van het REMLT op de UvA-website Scripta Manent).

Het Comburgse handschrift is gekozen als hoofdtekst omdat dat handschrift zeer waarschijnlijk de beste lezing bevat. Mijn regelnummering van hs. C komt overeen met die in de editie Brinkman & Schenkel. Eigennamen die uitsluitend in hs. A/B voorkomen zijn ook opgenomen. Deze regelnummering wijkt echter enigszins af van de editie Verwijs.

Enkele aanwijzingen bij deze namenindex:

Terug naar de vorige pagina.

A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  Q  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

 

A

 

Abélard, Pierre zie Piers Abeliaert

 

Adeldom zie Edelheit

 

Adelheid zie Duecht

 

Adonis zie Anthonis

 

Aelmaengen ( h) [Fra. Alemaigne] Almanië in Zuid-Duitsland, ook gebruikt voor heel Duitsland c.q. het Duitse Rijk; i) vorstendom ("prinche van A.") - bondgenoot van Coenradine) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6231.

 

Aeneas zie Eneas

 

Aermoede 1 ( a) [Fra. Povreté] Armoede, allegorie; e) [vrouw]; f) moeder van Diefte; g) is nauwelijks gekleed, bijna naakt - verblijft in de Vergier - stuurt de minnaars weg bij de burcht van Jalousie wanneer hun geld opgemaakt is, zoals ook Amijs/Vrient is gebeurd) <Aermoeden, Armoede> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 7356, 7376, 7383, 7391, 7405, 7416, 7428, 7435, 7442, 7472, 7566, 8862, 8865, 8885, 9329, 9351, 9409, 9411, 9417, 9425, 9437.

 

Aermoede 2 ( j) [Fra. Povreté] Armoede, allegorie - als ongewenst buiten de Vergier geplaatst; k) beeld op de muur van de Vergier - in lompen gekleed, door iedereen gemeden, heeft zelden te eten of te drinken) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 424.

 

Aert ( a) [Fra. art] Wetenschap event. Kunst, allegorie; g) inspireerde Dedalus bij het maken van de vleugels - zorgt voor praktische kennis) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 4997, 11642, 12304.

 

Aert van Minnen ( l) [Fra. l'art d'Amors] genre-aanduiding, verwijzend naar de Ars Amatoria van Publius Ovidius Naso (43 v.C.-18 n.C), geschreven ca. 5 v.C. - zeer populair gedurende de Middeleeuwen; m) liefdesleer - zie ook Oviden en Spieghel der Minnen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 35, [1999], 11797.

 

Afgunst zie Jalousie

 

Afgunst zie Nidicheit

 

Agyon ( h) [Fra. Anjou] bedoeld wordt Anjou in Frankrijk; i) [var. Angou] met Provincen graafschap van Karel [van Anjou]) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6225.

 

Alexander ( a) [Fra. Alixandre] Alexander III de Grote (356-323 v.C.); b) zoon van Philippus II van Macedonië en Olympias; c) koning van Macedonië (336-323 v.C.); d) veroverde heel Griekenland, Klein-Azië, het Midden-Oosten en delen van Afrika en Azië (tot in India) - één van de Negen Besten; f) verwant van Miltheit; g) exemplarisch vrijgevig) <Alexanders> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1062, 11527.

 

Alexandrine ( n) [Fra. Sarazinesche] Alexandrijns, van/uit Alexandrië in Egypte; o) stofsoort) <Alexandrijn> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 712, 1105.

 

Almagest zie Almaiesten

 

Almaiesten ( l) [Fra. Almageste] de Almagest - de Arabische titel van een werk van Ptolomaeus over de sterrenkunde; m) werk van Prolenise) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6505.

 

Almanië zie Aelmaengen

 

Amijs ( a) [Fra. Amis] Vriend, allegorie; e) alias Vrient - jongeling; g) biedt de Minnaar troost door naar diens belevenissen te luisteren en goede raad in de liefde te geven - raadt aan zowel de bewakers als de geliefde met mooie woorden en goedkope geschenken te paaien - zelf door Aermoede bij de burcht van Jalousie weggestuurd) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 3157, 3177, 3203, 3268, 3281, 7231, 7291, 7307, 9230.

 

Angst zie Sorghe

 

Angst zie Verstekinghe

 

Anjou zie Agyon

 

Anthonis ( a) [Fra. Adonys] Adonis; b) zoon van Theias en zijn dochter Myrrha; d) geboren uit incest als straf van Aphrodite/Venus - exemplarisch knappe jongeman; e) [jongeman]; f) geliefde ("amijs") van Venus; g) leert van Venus over de jacht, maar is te overmoedig, gedood door een everzwijn) <Anthonijs, Anthonise> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 13352, 13398, 13401, 13410.

 

Antichrist zie Antkerst

 

Antkerst ( a) [Fra. Antecrit] de Antichrist; c) leider van het verzet tegen Jezus Christus; d) m.n. van diegenen die de menswording van God ontkennen - wiens verschijning de apocalyps zal inluiden) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 10801.

 

Anxt Zorghe ende zeere Vervaren ( j) [Fra. Soupeçon d'amboufissemant] Vrees voor de hoogmoed; k) [var. anxt sorge ende sere verweren] zwaard van Vreese/Zorghe) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 13243.

 

Aphrodite zie Venus

 

Apius ( a) [Fra. Appius] Appius Claudius (midden 5e eeuw v.C.), Romeins patriciër; d) uit Livius' Ab urbe condita, boek III; e) corrupt ("valsch") rechter; g) begeert Virgine, laat zijn knecht Claudius een rechtzaak beginnen tegen haar vader Virgilius, bevoordeelt ten onrechte Claudius, door het volk gevangengenomen om zijn uitspraak, pleegt zelfmoord in de gevangenis - zoals verteld door Tytus Liveus) <Apiuse> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5318, 5324, 5328, 5330, 5341, 5353, 5377.

 

Apocalipse ( l) [Fra. Apochalipse] de Apocalyps of Openbaring van Johannes, het laatste bijbelboek (ca. 95 n.C.) - beschrijving in geheimzinnige beelden van de eindtijd) <Apocalipsen> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 11024.

 

Apolijn ( a) [Fra. Apolin] Apollo, Griekse god van o.a. wijsheid; e) [god]; g) zie ook Phebus) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5584.

 

Apollo zie Apolijn

 

Appius Claudius zie Apius

 

Arabie ( h) [Fra. Arabe] Arabië, het Arabisch schiereiland; i) [land] vermaard om zijn goud) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8821.

 

Ares zie Mars

 

Aristotiles ( l) [Fra. Aristote] Aristoteles (384-322 v.C.), Grieks filosoof - leerling van Plato - opvoeder van Alexander de Grote - zeer invloedrijk in het Westen; m) auctoritas) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8353.

 

Armoede zie Aermoede 1

 

Armoede zie Aermoede

 

Arnoud, sente ( a) [Fra. saint Hernoul] de heilige Arnoul; c) bisschop van Soissons; d) beschermer van bedrogen echtgenoten volgens diverse middeleeuwse teksten; g) "in sente Arnouds broederscape [sijn]" [doelend op een bedrogen echtgenoot]) <Arnouds> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8513.

 

Arnoul zie Arnoud, sente

 

Artur zie Artus van Bartaengen

 

Artus van Bartaengen ( a) [Fra. Artu de Bretaigne] koning Artur (6e eeuw); c) legendarisch koning van Brittanië; d) in de literatuur koning van de Ronde Tafel-ridders - één van de Negen Besten; e) koning van Bartaengen; f) [voorvader van de vriend van Miltheit]) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1119.

 

Atropos ( a) [Fra. Atropos] één van de drie Schikgodinnen (Moiren); d) knipt de levensdraad af; e) vrouwe; g) beneemt de mens het leven) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9556.

 

Auberis, sinte ( a) [Fra. Sisicambris] mogelijk corrupt, bedoeld wordt Sisigambis; b) moeder van Darius III Codomannus; e) [var. Sincabrijs] koningin van Perchi; f) moeder van Darius; g) exemplarisch beklagenswaardig) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6276.

 

Aureola zie Riole, die

 

Aventure zie Avonture

 

Avonture ( a) [Fra. Fortune] de Romeinse godin Fortuna - ook allegorisch gebruikt: het Lot; e) godin - ook `die Avonture' genoemd; f) moeder van Edelheit - tante? van Gheval; g) bepaalt met haar rad van Avontuur het wisselende lot van de mensen, zeer onbetrouwbaar - is volgens Redene helemaal geen godin, woont ook niet in de hemel bij God, maar op een rots in zee) <Aventure, Aventuren, Avonturen> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 3933, 3935, 3938, 3940, 4623, 4667, 4676, 4681, 4692, 4714, 4719, 4731, 4763, 5063, 5067, 5075, 5092, 5095, 5574, 5604, 5608, 5628, 5634, 5641, 5786, 5810, 5811, 5849, 5861, 5867, 5929, 5970, 5972, 5978, 6027, 6078, 6112, 6122, 6148, 6154, 6171, 6210, 6246, 6264, 6279, 6298, 6318, 6324, 6334, 6338, 6356, 6368, 6373, 6743, 7437, 7441, 7462, 7464, 7486.

 

B

 

Babilone ( h) [Fra. la terre Alexandrins] waarschijnlijk Caïro in Egypte [Mnl. Babilone-Kaer], eventueel Babylon in Perzië; i) land waar de bomen voor de Vergier vandaan komen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 570.

 

Babylon zie Babilone

 

Baraet ( a) [Fra. Baraz] Bedrog, allegorie; e) 'keizer en heer' [van deser weerelt] volgens Valsch Ghelaet; f) vader van Valsch Ghelaet met Ypocrisie als moeder; g) door Aermoede uit de hel naar de wereld gebracht) <Baraets, [Gheraet]> Die Rose van Heinric, hs. C: r. [5147], 8857, 9661, 10137, 10865, 11034.

 

Bartaengen ( h) [Fra. Bretaigne] Brittannië, het huidige Engeland en Wales, eventueel ook Bretagne in Noordwest-Frankrijk - koninkrijk van de legendarische koning Artur; i) koninkrijk van koning Artus van Bartaengen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1119.

 

Bedect Wesen ( a) [Fra. Contreinte Atenance] Gedwongen Celibaat, allegorie; e) alias Gheveinst Wesen - vrouw; f) vriendin ("amie") van Valsch Ghelaet; g) neemt deel aan het leger van de God van Minnen - neemt Valsch Ghelaet met zich mee, pleit voor hem bij de God van Minnen omdat hij haar leven heeft gered - doodt -verkleed als begijn- Quade Tonghe) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9886, 10989, 11062.

 

Bedrog zie Baraet

 

Benedictus zie Benoot, sente

 

Benedictus, sente ( a) [Fra. Genius, allegorisch personage dat niet in de Middelnederlandse Die Rose voorkomt] Benedictus van Nursia (480-ca. 547); c) geestelijk vader van de orde der Benedictijnen; d) feestdag 11 juli; g) zie ook sente Benoot) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 4246.

 

Benoot, sente ( a) [Fra. saint Thibaud] Benedictus van Nursia (480-ca. 547); c) geestelijk vader van de orde der Benedictijnen; d) feestdag 11 juli; g) zie ook sente Benedictus) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8666.

 

Blijmoedigheid zie Blijtheit

 

Blijtheit ( a) [Fra. Deliz?] Blijmoedigheid, allegorie; e) dezelfde als Delijt? - jongeling ("bacheleer"); g) neemt deel aan het leger van de God van Minnen, strijdt tegen Scaemte/Scamelheit/Scande) <Blijthede> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9648, 13192.

 

Bliscap ( a) [Fra. Leesce] Jubel, allegorie; e) (jonk)vrouwe; f) vriendin ("amie") van Deduut; g) met heldere, mooie stem, knap en blozend, glad gezicht, bruine wenkbrauwen, kleine mond met rode lippen, blond krullend haar, fraai gekleed - verblijft (zingt en danst) in de Vergier - 12 jaar jong) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 673, 780, 791.

 

Boëthius zie Boetius

 

Boetius ( l) [Fra. Boeces] Anicius Manlius Torquatus Severinus Boëthius (480-526), Romeins staatsman en filosoof - schreef De consolatione philosophiae; m) auctoritas) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8352.

 

Boosaardigheid zie Quade, dat

 

Bouc van der Houthede zie Houthede, Bouc van der

 

Boze Geest zie Mesdaet

 

Brittannië zie Bartaengen

 

Brucele ( h) [Fra. geen equivalent (Guillaume de Lorriz)] Brussel in het hertogdom Brabant - hoofdstad van België; i) toenaam van Heinric van Brucele) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9723.

 

Brussel zie Brucele

 

C

 

Cacus zie Calculus

 

Caïro zie Babilone

 

Calculus ( a) [Fra. Cacus] bedoeld wordt Cacus; c) vuurspuwende, driekoppige reus; d) had runderen van Hercules [in Italië] geroofd en verstopt in zijn hol; e) [var. Calcus]; g) door Hercules verslagen) <Calculuse> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 14075.

 

Cartaengen ( h) [Fra. Cartage] Carthago, historische stad in het huidige Tunesië; i) koninkrijk van Dydo) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 11987.

 

Cartainge ( h) [Fra. 'un bois'] ?; i) landstreek ("in lantscap van Cartainge") waarin Cyteroen ligt) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 13342.

 

Carthago zie Cartaengen

 

Catillus ( l) [Fra. Catillus] Catullus (87-54 v.C.), Romeins dichter; m) auctoritas) <Catilluse> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9719.

 

Cato zie Catoen

 

Catoen ( l) [Fra. Chaton] Dionysius Cato (4e of 3e eeuw v.C.), Romeins schrijver - schreef de Disticha Catonis; m) auctoritas) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6518.

 

Catullus zie Catillus

 

Ceres ( a) [Fra. Cerés] c.q. Demeter, Grieks/Romeinse godin van graan en landbouw; e) godin van het koren) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9399.

 

Chloris zie Flora

 

Cicero zie Tullius

 

Cisile ( h) [Fra. Secile] Sicilië, Italiaans eiland in de Middellandse Zee - koninkrijk betwist door Manfred van Tarente, Karel van Anjou en Konradijn; i) koninkrijk van Meinfrote - koninkrijk van Karel) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6222.

 

Claudianus zie Claudijs

 

Claudijs ( l) [Fra. Claudïens] Claudianus (ca. 370-404 n.C.), Romeins dichter; m) auctoritas) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5985.

 

Claudius ( a) [Fra. Claudius] Marcus Claudius (midden 5e eeuw v.C.), cliënt van de rechter Appius; d) uit Livius' Ab urbe condita, boek III; e) knecht van rechter Apius; g) klaagt Virgine, de dochter van Virgilius, aan bij de corrupte rechter Apius omdat hij zogenaamd meer recht op haar heeft dan haar vader - na de zelfmoord van de gevangengenomen rechter veroordeeld als dief, krijgt op voorspraak van Virgilius genade - zoals verteld door Tytus Liveus) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5383.

 

Clote ( a) [Fra. geen equivalent] Klotho c.q. Clotho, één van de drie Schikgodinnen (Moiren); d) houdt bij de geboorte het spinrokken vast en begint zo de levensdraad; e) [vrouw]; g) heeft de mens het leven gegeven) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9558.

 

Clotho zie Clote

 

Coenheit ( a) [Fra. Hardement?] Stoutmoedigheid, allegorie; e) [man]; g) neemt deel aan het leger van de God van Minnen, strijdt tegen Vreese/Zorghe) <Coenhede> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9644, 9900, 13251, 13253, 13277.

 

Coenradine ( a) [Fra. Corradin] Konradijn c.q. Koenraad V (1252-1268); b) zoon van Koenraad IV (1228-1254) [Rooms-koning (1250-1254), opvolger van Frederik II] - halfbroer van Manfred, prins van Tarente; d) na de dood van Koenraad IV neemt Manfred als voogd van zijn tweejarig halfbroertje de heerschappij over Sicilië, benoemt zichzelf in 1258/59 tot koning - de paus wijst Sicilië toe aan Karel van Anjou die ten strijde trekt tegen Manfred en wint - Konradijn trekt met een Duits leger op naar Rome omdat de paus onjuist gehandeld had, wordt verslagen door Karel van Anjou en in 1268 onthoofd; e) [vorst]; g) onthoofd door graaf Karel - zie ook Mainfrote) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6228, 6259.

 

Coupe Geule ( h) [Fra. Coupe Gorge, smederij] de smid? Snij ze de keel af, allegorie; i) smederij waar het scheermes gesmeed is, waarmee Valsch Ghelaet Quade Tonghe doodt) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 11050.

 

Cresus ( a) [Fra. Cresus] Croesus; c) de laatste koning van Lydië (560-546 v.C.); d) puissant rijk door de handel - interpreteerde de uitspraak van het orakel van Delphi verkeerd - verslagen door de Perzische koning Cyrus, waarna Lydië bij Perzië werd ingelijfd; e) koning "van vele lieden" (zie Liden); f) vader van Phanie; g) heeft een door zijn dochter uitgelegde voorspellende droom over zijn ondergang, gelooft echter niet dat dromen waar zijn) <Cresuse> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6078, 6082, 6088, 6195, 6263, 6270.

 

Croesus zie Cresus

 

Cullius zie Tullius

 

Cupido ( a) [Fra. Cupido] c.q. Eros, Grieks/Romeins liefdesgodje; e) alias die God van Minnen - god; f) zoon van Venus; g) heeft Liefdeszaad in de fontein van de Vergier gestrooid/gezaaid, om zo mannen en vrouwen te strikken) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1495, 1505.

 

Cyproen ( a) [Fra. Scypion] Publius Cornelius Aemilianus Scipio Africanus Minor (186-129 v.C.); b) zoon van Aemilius Paullus - via adoptie kleinzoon van Scipio Africanus Maior; c) Romeins veldheer en diplomaat; d) de Somnium Scipionis in boek 6 van De re publica (54-52 v.C.) van Cicero - op dit boek heeft Macrobius (ca. 400) een commentaar met christelijk duiding geschreven; e) koning; g) wiens droom door Macrobius beschreven is) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 16.

 

Cyteroen ( h) [Fra. Citheron] Cythera - eilandje ten zuiden van de Peloponnesus, Griekenland - met een heiligdom van Aphrodite/Venus; i) berg ("montaigne") in Cartainge - woonplaats van Venus) <Cyteroene, Cyteron> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 13339, 13341, 13422.

 

Cythera zie Cyteroen

 

D

 

Daedalus zie Dedalus

 

Dalida ( a) [Fra. Dallida] Delila (Richteren 16:4); c) Filistijnse geliefde van Samson; f) [geliefde van Samsoen]; g) schoor Samsoen zijn haar af zodat de Philistiene hem konden doden - stak Samsoen ook zijn ogen uit) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8592, 13801.

 

Dangier ( a) [Fra. Dangier] Gevaar, allegorie; e) bewaker; g) met een woest uiterlijk en agressief gedrag - bewaakt het rozenperk in de Vergier en later ook de burcht van Jalousie - verjaagt de Minnaar wanneer deze een roos wil plukken - laat zich vermurwen door beloftes en laat de Minnaar weer toe - strijdt tegen Edelheit/Vriheit en Ontfaermicheit - ontvlucht de brandende burcht) <Dangiere, Dangiers> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 2803, 2957, 3062, 3163, [3164], 3181, 3206, 3209, 3255, 3270, 3287, 3309, 3317, 3326, 3335, 3352, 3370, 3380, 3390, 3674, 3681, 3692, 3717, 3731, 3735, 3812, 4041, 6710, 7107, 7113, 9902, 12875, 12943, 12961, 13025, 13037, 13047, 13064, 13067, 13089, 13114, 13129, 13167, 13233, 13465, 13478, 13919.

 

Dareios zie Darius

 

Darius ( a) [Fra. Daire le roi de Perse] Dareios c.q. Darius III Codomannus; c) koning van het Perzische Rijk (336-330 v.C.); d) verslagen door Alexander de Grote; e) [koning van Perchi]; f) zoon van sinte Auberis (= Sisigambis)) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6278.

 

De senectute zie Houthede, Bouc van der

 

Dedalus ( a) [Fra. Dedalus] Daedalus; b) vader van Icarus; d) bouwde het labyrinth voor koning Minos op Kreta, daarin opgesloten met zijn zoon, ontsnapt door vleugels voor hen beiden te maken; e) uitvinder; f) vader van Ycarus; g) maakte vleugels voor zijn zoon) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 4994.

 

Deduut ( a) [Fra. Deduit] Vermaak, allegorie; e) heer, jongeling; f) vriend van Bliscap; g) knap en lang, rond gezicht, blond krullend haar, breed geschouderd en smal in de taille, klein baardje - heeft de Vergier aangelegd en komt daar regelmatig met zijn gezelschap plezier maken - neemt deel aan het leger van de God van Minnen) <Dedute> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 569, 585, 605, 640, 655, 662, 704, 714, 751, 784, 794, 1287, 1290, 1551, 3050, 9647.

 

Deïanira zie Dianira

 

Delijt ( a) [Fra. Deliz] Wellust, allegorie; e) dezelfde als Blijtheit? - [jongen?]; g) woont samen met Joncheit - neemt deel aan het leger van de God van Minnen) <[Luxurie]> Die Rose van Heinric, hs. C: r. [4366], 4395, 9645, 9896.

 

Delila zie Dalida

 

Demeter zie Ceres

 

Denijs, Sente zie Sente Denijs

 

Dianira ( a) [Fra. Deïanira] Deïanira; b) echtgenote van Hercules; f) echtgenote ("amie") van Hercules; g) overwint haar `onoverwinnelijke' man door hem een vergiftigd hemd te sturen, waarna hij zich om de pijn in de vlammen stort) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8581.

 

Dido zie Dydo

 

Diefte ( a) [Fra. Larrecin] Diefjesmaat, allegorie; e) [jongen]; f) zoon van Aermoede; g) gaat 's nachts uit stelen, geholpen door Slavenie - had Hongher als voedster) <Dieften> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8867, 9361, 9433, 9443, 11033.

 

Diets, het zie Dietsce

 

Diets, het zie Dietsch

 

Dietsce ( n) [Fra. geen equivalent] Dietse; o) "dietscer tongen") Die Rose van Heinric, hs. A/B: r. 2626.

 

Dietsce ( n) [Fra. geen equivalent] het Diets, Middelnederlands - taal; o) zie ook Dietsch) Die Rose van Heinric, hs. A/B: r. 13947.

 

Dietsch ( n) [Fra. geen equivalent] het Diets, Middelnederlands - taal; o) zie ook Dietsce) <Dietsche, Tiedsch> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 29, 9741, 9769.

 

Dietsche ( n) [Fra. geen equivalent] Dietse; o) "in Dietsche woerden") Die Rose van Heinric, hs. C: r. 2001.

 

Dietse zie Dietsche

 

Diogenes ( l) [Fra. Dyogenes] Diogenes (413-327 v.C.), Grieks filosoof; m) auctoritas - exemplarisch evenwichtig en verstandig) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5595.

 

Dominicanen, de zie Predekeeren

 

Dood, de zie Doot, die

 

Doodsverachting zie Zotheit tanegane entie Doot Ghereet tontfane

 

Doot, die ( a) [Fra. Mort] de Dood, allegorie; g) Aermoede is erger dan de Doot) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 7548, 7567, 7573.

 

Doris zie Toris

 

Dorperheit ( j) [Fra. Vilanie] Onbehoorlijkheid, allegorie - als ongewenst buiten de Vergier geplaatst; k) beeld op de muur van de Vergier - met lelijk en gerimpeld uiterlijk, vol ondeugden) <Dorperhede> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 161.

 

Dorpernie ( j) [Fra. Vilennie] Verraad, allegorie; k) pijl van de God van Minnen, één van de vijf `slechte') Die Rose van Heinric, hs. C: r. 926.

 

Droefenis zie Zeericheit

 

Droefheit ( a) [Fra. tristece, geen allegorie] Droefheid, allegorie; g) maakt vrouwe Jalousie toornig) <Droufheide> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 7091, 7093.

 

Droufheit zie Droefheit

 

Duecht ( a) [Fra. Noblece de coeur?] Adelheid?, allegorie; g) neemt deel aan het leger van de God van Minnen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9647.

 

Duisternis zie Slavenie

 

Duitsland zie Almanië

 

Dwaze Spilzucht zie Zotte Miltheit

 

Dydo ( a) [Fra. Dydo] Dido; c) koningin van Carthago; d) doodt zichzelf wanneer de Trojaan Aeneas c.s. op bevel van de goden verder trekt naar Italië; e) koningin van Cartaengen; f) geliefde van Eneas; g) geloofde Eneas' belofte van trouw, doodde zichzelf met een zwaard toen hij toch vertrok) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 11985.

 

E

 

Echo zie Eggo

 

Ecuba zie Eruba

 

Edelheit 1 ( a) [Fra. Franchise] Rondborstigheid, allegorie; e) alias Vriheit - vrouwe; g) pleit samen met Ontfaermicheit de Minnaar vrij van slechte bedoelingen in de Vergier - neemt deel aan het leger van de God van Minnen) <Edelhede, Edelheide, Hedelheide> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 3304, 3308, 3359, 9643.

 

Edelheit 2 ( a) [Fra. Gentillece] Adeldom, allegorie; f) dochter van Avonture - verwant van Gheval; g) de enige die op Avonture kan vertrouwen, immers haar moeder) <Hedelhede> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6168, 6177.

 

Eelheit ( j) [Fra. Felonie] bedoeld wordt Felheit - Trouwbreuk, allegorie - als ongewenst buiten de Vergier geplaatst; k) [var. Felheit] beeld op de muur van de Vergier - met lelijk en gerimpeld uiterlijk) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 159.

 

Eeneas zie Eneas

 

Eenvoud zie Simpelheit 1

 

Eenvoud zie Simpelheit 2

 

Eere ( a) [Fra. Honor] Eer, allegorie; g) neemt deel aan het leger van de God van Minnen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9645.

 

Eerlijkheid zie Vriheit

 

Eggo ( a) [Fra. Equo] de nimf Echo; d) is tevergeefs verliefd op Narcissus, sterft van verdriet totdat alleen haar stem overblijft; e) vrouwe; g) afgewezen door Nariscus, sterft van liefdesverdriet, vraagt de God van Minnen Nariscus te straffen voor zijn hoogmoed) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1333, 1402.

 

Eneas ( a) [Fra. Enee] Aeneas; b) zoon van Anchises met Venus als moeder; c) Trojaanse held; d) ontvluchtte c.s. het verwoeste Troje, strandt op de kust bij Carthago bij koningin Dido; e) afkomstig uit Troyen; g) verrader - gaat weg ondanks zijn belofte van `eeuwige' trouw bij Dydo, die hierom zichzelf doodt) <Enease, Eenease> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 11989, 11996.

 

Engeland zie Ingelant

 

Engeland zie Inghelant

 

Engelse zie Ingelsce

 

Ercules zie Hercules

 

Eros zie Cupido

 

Eruba ( a) [Fra. Hecuba] bedoeld wordt Ecuba - Hecuba c.q. Hekabe; b) echtgenote van koning Priamus van Troje; e) [var. Ecuba] koningin van Troje; f) moeder van Hector en Parijs; g) exemplarisch beklagenswaardig) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6273.

 

F

 

Farizeeën, de zie Phariseen

 

Felheit zie Eelheit

 

Feroneus ( a) [Fra. Phoroneüs] Phoroneüs; b) zoon van koning Inachus - broer van Leoncis; c) tweede koning van Argos; e) koning in Grieken; f) broer van Leonte; g) stelde de eerste Griekse wetten op - waarschuwt zijn broer voor de valstrik die het huwelijk is) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8175.

 

Filibert zie Phildebert

 

Filistijnen, de zie Philistiene, die

 

Flora ( a) [Fra. Flora] c.q. Chloris; d) geschaakt door Zefier die haar heerseres van de bloemen maakte; e) godin van de bloemen; f) echtgenote van Zephirus; g) samen heer en meester van de bloemen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 7836.

 

Fonteine der Minnen ( j) [Fra. Fontaine d'Amors] Fontein van de Liefde; k) alias die Sorghelijc Spegel - de fontein in de Vergier, van marmer bij een pijnboom met zeer helder, fris water waarin Nariscus zich spiegelde en waarin de Minnaar het rozenperk ziet) <der Minnen fonteine> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1508.

 

Fortuna zie Avonture

 

Franciscanen, de zie Minder broeders

 

Frankrijk zie Vrankerike

 

Friesland zie Frise

 

Frise ( h) [Fra. Frise] Friesland c.q. de noordelijke Nederlanden; i) land [waarmee men handel drijft]) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 7899.

 

G

 

Gallus ( l) [Fra. Gallus] Gallus (69 v.C.-27 n.C.), Romeins dichter en krijgsman; m) auctoritas) <Galluse> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9719.

 

Gawein zie Walewein

 

Gecien ( l) [Fra. geen equivalent] volgens Verwijs mogelijk een verbastering van 'li cignes Socratés': de zwaan van Socrates (ed. Lecoy r. 5395); m) auctoritas - "vroeder dan Tulius was / ochte Gecien ochte Ypocras" - zie ook Ypocras) Die Rose van Heinric, hs. A/B: r. 5218.

 

Geduld zie Ghedoechsamheit

 

Gedwongen Celibaat zie Bedect Wesen

 

Gedwongen Celibaat zie Gheveinst Wesen

 

Gevaar zie Dangier

 

Gevaarlijke Spiegel, de zie Sorghelijc Spegel, die

 

Gezel zie Gheselscap 1

 

Gezelschap zie Gheselscap 2

 

Ghedoechsamheit ( a) [Fra. Pacience] Geduld, allegorie; g) neemt deel aan het leger van de God van Minnen) <Ghedoechsamhede> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9650.

 

Gheraet ( a) [Fra. Baraz] bedoeld wordt Baraet - Bedrog, allegorie; e) [var. Baraet] alias Baraet; g) heeft Recht, Reinicheit, Trauwe en Gherechticheit/Recht verjaagd uit de wereld) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5147.

 

Gherberghe ( a) [Fra. Agnés?] mogelijk personage uit de (Oudfranse) pastorale poëzie?; e) [var. Tibaut] [man?]) <Gherberghen> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 12568.

 

Gherechticheden, [die] ( h) [Fra. forest de Chuerie] Strelersbos; i) bos waarvandaan Vriheit het hout voor haar lans heeft) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 13051.

 

Gherechticheit ( a) [Fra. Joustice] Rechtvaardigheid, allegorie; e) alias Recht; g) heeft met Recht, Reinicheit en Trauwe de wereld verlaten) <Gherechtichede, [Ghiericheit]> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5143, 5226, 5243, [5259], 5265, 5281, 5298.

 

Gheselscap 1 ( j) [Fra. Compaignie] Gezel, allegorie; k) pijl van de God van Minnen, één van de vijf `goede') Die Rose van Heinric, hs. C: r. 905, 1741.

 

Gheselscap 2 ( a) [Fra. Compaignie] Gezelschap, allegorie; g) neemt deel aan het leger van de God van Minnen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9646.

 

Gheval ( a) [Fra. Cheance] Kans, allegorie; e) [vrouw]; f) nicht van Avonture - verwant van Edelheit) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6170.

 

Gheveinst Wesen ( a) [Fra. Contreinte Atenance] Gedwongen Celibaat, allegorie; e) alias Bedect Wesen - vrouw; f) vriendin ("amie") van Valsch Ghelaet; g) neemt deel aan het leger van de God van Minnen - neemt Valsch Ghelaet met zich mee, pleit voor hem bij de God van Minnen omdat hij haar leven heeft gered - doodt -verkleed als begijn- Quade Tonghe) <Wesen, [Gheveinst]> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9651, 9654, 9675, 10083, 10998, 11031, 11070, [11071], 11108, 11127.

 

Ghiericheit ( a) [Fra. Avarice, Covoitice] Gierigheid en/of Hebzucht, allegorie; e) [vrouw]; g) heeft het tegenovergestelde karakter als Miltheit - door Aermoede uit de hel in de wereld gebracht) <Ghierecheit, Ghierichede, Ghiericheden> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1067, 4873, 4892, 4943, 5002, 5008, 8859, 8885, 8887, 8893.

 

Ghiericheit ( a) [Fra. Joutice] bedoeld wordt Gherechticheit - Rechtvaardigheid, allegorie; e) [var. Gerechticheit] alias Gherechticheit) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5259.

 

Ghiericheit ( j) [Fra. Covoitise] Inhaligheid, allegorie - als ongewenst buiten de Vergier geplaatst; k) beeld op de muur van de Vergier - met lelijk uiterlijk en kromme handen, leerde de mensen geld oppotten en zelfs stelen) <Ghierichede, Ghiericheden> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 175, 201, 307.

 

Ghuldine Vers ( l) [Fra. Vers Dorez] werk van Pythagoras (ca. 580-504? v.C.) - boektitel; m) geschreven door Pitagoras) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 4813.

 

Gierigheid zie Ghiericheit

 

Gierigheid zie Vrecheit

 

Gigante, die ( a) [Fra. 'les geants'] de Titanen event. de Giganten; b) zonen van Ouranos en Gaia // zonen van de ontmande Ouranos; d) o.l.v. Kronos is hun de macht ontnomen door Zeus c.s.: 'Titanomachie' // na hun verwanten de Titanen bevrijd te hebben verslagen door Zeus c.s.: `Gigantomachie'; g) kwaadaardig - hebben ooit de goden aangevallen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5182.

 

God van Minnen, die ( a) [Fra. le dex/dieu d'Amors, ook Amors] de Liefdesgod, allegorie; e) alias Cupido - god; f) zoon van Venus - heeft 'ontelbaar' veel broers; g) knap uiterlijk, als een heer gekleed, met bloemen e.d. op zijn kleding en hoed, omringd door zingende vogeltjes - verblijft (danst en loopt rond) in de Vergier, schiet met pijl en boog geholpen door Soete Ansien - verwondt de Minnaar met vijf `goede' pijlen, zodat deze verliefd wordt op een rozenknop - wreekt de dood van Eggo op Nariscus - eist manschap van de Minnaar, bevestigd door een kus op de mond, leert hem de Tien Geboden van de (Hoofse) Liefde - strijdt met zijn leger tegen de bewakers, verliest in eerste instantie, wint uiteindelijk dankzij zijn moeder die de burcht in brand schiet - zie ook die Minne) <God, God der Minnen, Gode, Go der Minnen, Gods der Minnen, Gods van der Minnen, Gods van Minnen, God van der Minnen, [Minne]> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 817, 823, 838, 861, 871, 943, 1249, 1304, 1343, 1356, 1382, 1603, 1651, 1657, 1737, 1763, 1771, 1798, 1913, 1920, 1945, 1979, 1987, 2005, 2567, 2757, 2771, [2920], [2932], 3008, 3106, 3134, 3147, 3467, [3554], 4018, 4049, 4068, 4105, 4113, 4126, 4140, 4241, 6354, 6731, 6746, 6752, 7663, 9517, [9521], 9567, 9631, 9669, 9692, 9850, 9914, 10085, 10140, 10145, 10240, [10364], 10367, 10517, 10623, 10934, 10939, 10971, 10977, 11828, 11862, 12243, 13317, 13483, 14200.

 

God zie God van Minnen

 

Goed Onthaal zie Goet Ghelaet

 

Goed Onthaal zie Scone Ontfaen

Goelijc Spreken zie Vriendelijc Spreken

 

Goet Ghelaet ( j) [Fra. Bel Samblant] Goed Onthaal, allegorie; k) pijl van de God van Minnen, één van de vijf `goede') Die Rose van Heinric, hs. C: r. 912, 1765.

 

Grieken ( h) [Fra. Grece] Griekenland c.q. het hellenistische Griekenland; i) land (van herkomst) van Penolope - koninkrijk van koning Feroneus) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8045, 8099, 8178.

 

Gulden Vlies, het zie Guldijn Vlies

 

Guldijn Vlies ( j) [Fra. la toison d'or] het Gulden Vlies, de gouden vacht van een ram - door Jason en de Argonauten uit Colchis geroofd met hulp van Medea; k) door Jasoen gehaald) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8831.

 

Gulheid zie Miltheit

 

H

 

Haat zie Hatie

 

Haat en Nijd zie Nijt

 

Hatie ( j) [Fra. Haïne] Haat, allegorie - als ongewenst buiten de Vergier geplaatst; k) beeld op de muur van de Vergier - met lelijk en gerimpeld uiterlijk, in vuile kleding) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 143.

 

Hebzucht zie Ghiericheit

 

Hector ( a) [Fra. geen equivalent] c.q. Hektor; b) zoon van koning Priamus van Troje en Hecuba; c) Trojaanse held; d) één van de Negen Besten; f) zoon van Eruba - broer van Parijs) <Hectors> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6275.

 

Hecuba zie Eruba

 

Hedelheit ( a) [Fra. Richece] bedoeld wordt Rijcheit - Rijkdom, allegorie; e) alias Rijcheit) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1052.

 

Hedelheit zie Edelheit

 

Heile wijf zie Heilwive

 

Heilwive ( a) [Fra. Heloys] Héloïse (ca. 1098-1164); b) nicht van kanunnik Fulbertus - echtgenote van Pierre Abélard; d) wordt als leerlinge van Abélard verliefd op hem - na Abélards castratie trekken beiden zich terug in een klooster - hun brieven (mogelijk fictief) zijn door Jean de Meun uit het Latijn in het Oudfrans vertaald; e) later abdis van Paradijs; f) echtgenote van Piers Abeliaert; g) een geleerde vrouw: zegt dat liefde beter is dan het huwelijk - trouwt in het geheim toch met Piers Abeliaert en verlaat het klooster, hierom worden zijn testikels ("ghegaden") afgesneden - wordt abdis in een door hem gesticht klooster - blijft van hem houden) <Heile wijf, Heilwiven> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8192, 8242.

 

Hein van Aken zie Heinric van Brucele

 

Heinric ( a) [Fra. Henri] Hendrik van Spanje (13e eeuw?); b) broer van koning ? van Castilië - neef van Karel van Anjou; d) kiest in het conflict tussen Karel van Anjou en Konradijn over Sicilië de zijde van Konradijn - daarvoor door Karel ter dood veroordeeld, echter 25 jaar lang opgesloten; f) broer van de koning van Spaengen; g) verrader - gevangengezet [door graaf Karel] en in gevangenschap gestorven) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6232.

 

Heinric van Brucele ( l) [Fra. Guillaume de Lorriz, auteur van het eerste gedeelte (ca. 4000 vs.) van de Roman de la Rose]; m) auteur [en vertaler] van Die Rose - de Minnaar die zijn allegorische droom over zijn liefde voor een rozenknop vertelt - zie ook Mechiel) <Heinric, Heinricke, Heinrijc, Heinrike, van Brucele Heinricke> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9723, 9752, 9768, 9783, 9785, 9787, 9794, 9816.

 

Hekabe zie Hecuba

 

Hektor zie Hector

 

Héloïse zie Heilwive

 

Hendrik van Spanje zie Heinric

 

Hephaistos zie Vulcanus

 

Hera zie Juno

 

Heraclides ( l) [Fra. Eraclitus] Heraclitus (540-480 v.C.), Grieks filosoof; m) auctoritas - exemplarisch evenwichtig en verstandig) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5595.

 

Herakles zie Hercules

 

Hercules ( a) [Fra. Herculés] c.q. Herakles; b) zoon van Zeus/Jupiter en Alkmene; d) opgevoed als zoon van Amphitryon en Alkmene - de sterkste man uit de klassieke Oudheid - vermaard om zijn Twaalf Werken; f) echtgenoot van Dianira; g) exemplarisch sterk, maar uiteindelijk door een vrouw overwonnen [zijn echtgenote Dianira heeft hem onwetend een vergiftigd hemd gegeven waardoor hij na helse pijnen sterft door zich in de vlammen te storten] - heeft Calculus verslagen) <Ercules, Herules> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8571, 8573, 14075, 14088.

 

Herules zie Hercules

 

Hiberine zie Iberine

 

Hippocrates zie Ypocras

 

Hoffelijkheid zie Hovescheit

 

Hoffelijkheid zie Hovesscheit

 

Homerus zie Omerius

 

Honger zie Hongher

 

Hongher ( a) [Fra. Fain] Honger, allegorie; e) [man?] in dienst van Aermoede - woont in Scotte; g) mager en ziekelijk bleek - kamerheer? ("cameriere") van Aermoede en voedster? [r. 9360-64 e.v.] van Diefte) <Honghere, Honghers, Hongre> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9356, 9374, 9378, 9423, 9428, 9432, 9437.

 

Hongre zie Hongher

 

Hoogmoed zie Hoverde

 

Hoop zie Hope, die

 

Hope, die ( j) [Fra. Esperance] Hoop, allegorie; k) een troost - steunt de minnaars in hun lijden - is bij de Minnaar gebleven, maar dat helpt weinig) <Hopen> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 2601, 2605, 2606, 2609, 2621, 2747, 4022, 4036, 4106, 9616.

 

Horatius zie Oratius

 

Hotheit zie Outheit 2

 

Houthede, Bouc van der ( l) [Fra. De Veilleice] De senectute, werk van Marcus Tullius Cicero (106-43 v.C.); m) geschreven door Cullius/Tullius) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 4327.

 

Houtheit zie Outheit 2

 

Hovaardigheid zie Hoverde

 

Hoverde ( a) [Fra. Orgueill] Hoogmoed en/of Hovaardigheid, allegorie; e) [vrouw]; f) 'moeder der onwerden'; g) met een karakter tegengesteld aan wat een goede minnaar moet doen: zij kan niet dienen - verblijft graag in het fraaie gedeelte van de woning van Avonture - door Aermoede uit de hel naar de wereld gebracht) <Hoverden> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 2059, 5796, 8858.

 

Hovescheit ( a) [Fra. Cortoisie] Hoffelijkheid, allegorie; e) (jonk)vrouwe; f) moeder van Scone Ontfaen; g) met knap en lieflijk uiterlijk, zeer hoofs - verblijft (danst) in de Vergier - nodigt de Minnaar uit mee te dansen - neemt deel aan het leger van de God van Minnen - bevrijdt Scone Ontfaen na de `oude quene' omgepraat te hebben - bevrijdt Scone Ontfaen uit de brandende burcht) <Hoveschede, Hovescheden, Hoveshede, Hovesscheit> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 730, 743, 1161, 1188, 2827, 2829, 3585, 3620, 9645, 9891, 11335, 13941, 13953.

 

Hovesscheit ( j) [Fra. Cortoisie, de veer van de pijl Franchise] Hoffelijkheid, allegorie; k) pijl van de God van Minnen, één van de vijf `goede' - zie ook Vriheit) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1685.

 

Hovesscheit zie Hovescheit

 

I

 

Iberine ( a) [Fra. Hiberine] Hiberine?, personage uit het werk van Juvenalis?; e) [vrouw]; g) exemplarisch ontrouw [liet zich nog liever een oog uitsteken dan zich in de liefde te beperken tot één man, zegt Juvenael) <Iberinen> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 7709.

 

Icarus zie Ycarus

 

Ingelant ( h) [Fra. geen equivalent - Frise] Engeland in Groot-Brittannië; i) land [waarmee men handel drijft] - zie ook Inghelant) Die Rose van Heinric, hs. A/B: r. 7044, 8003.

 

Ingelsce ( n) Engelse, van/uit Engeland; o) "ingelscer penninghe") <Ingelscer> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 11637.

 

Inghelant ( h) [Fra. geen equivalent] het koninkrijk Engeland, in het huidige Groot-Brittannië; i) koninkrijk - zie ook Ingelant) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1177.

 

Inhaligheid zie Ghiericheit

 

Iran zie Perzië

 

J

 

Jacopijn ( a) [Fra. Jacobin] de Jacobijnen - kloosterorde; g) [negatieve connotatie]) <Jacopine> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 11090, 11092, 10340.

 

Jalousie ( a) [Fra. Jalousie] Afgunst, allegorie; e) vrouwe; g) beheert het rozenperk in de Vergier - bouwt een burcht en sluit Scone Ontfaen op in de toren om hem bij de Minnaar vandaan te houden - haar burcht wordt door Venus in brand geschoten, waarna Scone Ontfaen bevrijd wordt en de Minnaar zijn `rozenknop plukt') <Jalouse, Jalousien> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 3573, 3629, 3659, 3662, 3673, 3710, 3766, 3785, 3809, 3861, 3889, 3964, 3971, 4043, 6717, 6843, 7092, 7275, 9252, 9292, 9694, 9724, 9829, 11181, 11396, 11402, 11409, 11552, 11573, 11583, 13163, 13225, 13429, 13492, 13859, 13963, 14213.

 

Jan, pape ( a) [Fra. li ors de Rome] Johannes Presbyter, legendarische christenvorst in Azië; g) "tlant dat hout pape Jan" [betreffende rijkdom en edelstenen]) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1010.

 

Janne Baptisten, sente ( a) [Fra. saint Jehan Baptiste] Johannes de Doper, asceet en prediker (Lucas 1:60); b) zoon van Elisabet en Zacharias; d) `wegbereider' van Jezus, wijst Jezus bij diens doping in de Jordaan aan als Lam Gods - onthoofd door Herodes Antipas - feestdagen 24 juni (geboorte) en 29 september (onthoofding); e) asceet?) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 10785.

 

Jasoen ( a) [Fra. Jason] Jason; c) leider van de Argonauten; d) heeft in Colchis het Gulden Vlies geroofd met hulp van Medea; g) haalde het Guldijn Vlies) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8830.

 

Jason zie Jasoen

 

Jeruzalem zie Jherusalem

 

Jeugd zie Joghet

 

Jeugd zie Joncheit

 

Jhan ( a) [Fra. Johans Chopinel] Jan; e) "sijn geselle" - tweede? auteur van Die Rose) Die Rose van Heinric, hs. A/B: r. 9935.

 

Jherusalem ( h) [Fra. Jherusalen] Jeruzalem, hoofdstad van Israël - bijbelse stad; i) koninkrijk van koning Salomoen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 7579.

 

Joghet ( a) [Fra. Joinece, Jeunece] Jeugd, allegorie; e) alias Joncheit - [meisje]; g) woont samen met Delijt - neemt deel aan het leger van de God van Minnen) <Juecht> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 4337, 4379, 9648.

 

Johannes de Doper zie Janne Baptisten, sente

 

Johannes Presbyter zie Jan, pape

 

Jolivecheit ( a) [Fra. Jolivetez] Vrolijkheid?, allegorie; g) neemt deel aan het leger van de God van Minnen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9648.

 

Joncheit ( a) [Fra. Joinece, Jeunece] Jeugd, allegorie; e) alias Joghet - [meisje]; g) 15 [var. 12] jaar jong, nog onbekommerd en speels - verblijft (danst met haar vriendje) in de Vergier - woont samen met Delijt - neemt deel aan het leger van de God van Minnen) <Jonchede, Joncheden> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1193, 1216, 4328, 4329, 4331, 4357, 4363, 4376, 4391, 4393, 4433.

 

Jubel zie Bliscap

 

Juecht zie Joghet

 

Julianus Hospitator zie Julien, sente

 

Julien, sente ( a) [Fra. saint Juliens] de legendarische heilige Julianus Hospitator; d) beschermer van reizigers en pelgrims - noodlottige doder van zijn ouders - feestdag 29 januari) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8275.

 

Juno ( a) [Fra. Juno] c.q. Hera, Grieks/Romeinse godin; d) beschermster van huwelijken; e) heidense godin; f) echtgenote van Jupiter; g) [offer aan haar als je ooit een trouwe echtgenote zou vinden, want dat is een groot wonder, zegt Juvenael]) <Junoes> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8154, 11937.

 

Jupiter ( a) [Fra. Jupiter] c.q. Zeus, Grieks/Romeinse god; b) zoon van Kronos/Saturnus; d) heeft zijn vader onttroond, sluit deze met de andere Titanen op in de Tartarus; e) (opper)god; f) zoon van Saturnus - broer van Venus - echtgenoot van Juno; g) heeft zijn vader diens testikels ("ghegade") afgesneden en in zee geworpen, uit het `schuim der zee' is Venus geboren) <Jupitere, Jupiterre> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5275, 6098, 6136, 6309, 8153, 9797, 11930, 11937.

 

Justiniaen ( a) [Fra. Justinians] Flavius Petrus Sabbatus Justinianus (484-566) c.q. Justinianus I de Grote; c) keizer van Byzantium (527-565); d) trachtte tevergeefs met zijn Codex Justiniani de eenheid in het oude Romeinse Rijk en de christelijke kerk te herstellen; m) auctoritas) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 10475.

 

Juvenael ( l) [Fra. Juvenaus] Decimus Junius Juvenalis (ca. 60-ca. 140 n.C., Romeins satirisch dichter; m) auctoritas - schrijft over ontrouwe vrouwen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 7708, 8150, 8166, 8524.

 

K

 

Kans zie Gheval

 

Karel ( a) [Fra. Charles] Karel de Grote (742-814); b) zoon van Pepijn III de Korte en Bertrada; c) koning van het Frankische Rijk (768-814) en Rooms keizer (800-814); d) wiens achterhoede in Roncesvalles, bergpas in de Pyreneeën, in 778 verslagen wordt door de Saracenen (= Basken) - één van de Negen Besten; e) [koning]; g) te beklagen omdat Roelant 'sijn wijf' [var. lijf] verloor in Roncevale) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 7284.

 

Karel ( a) [Fra. Charles] Karel van Anjou (1226-1285); d) krijgt van de paus het koninkrijk Sicilië toegewezen en trekt ten strijde tegen Manfred van Tarente, die Sicilië wederrechtelijk van zijn halfbroer Konradijn had afgenomen, doodt in 1266 Manfred in de eerste veldslag - verslaat Konradijn, die zijn erfelijk recht op Sicilië handhaaft, en diens Duitse leger nabij Rome en onthoofdt hem in 1268; e) graaf van Agyon (= Anjou( en Provincen en koning van Cisile - later ook koning van Mercelis (= Marseille); g) doodt Meinfrote, de koning van Cisile - doodt Coenradine - zet gevangen en onthoofdt 'de beste' [de heersers] van Mercelis (= Marseille) en wordt als koning gekozen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6224.

 

Keie zie Keye

 

Keu zie Keie

 

Keye ( a) [Fra. Keu] Keie c.q. Keu; b) zoon van Hector - pleegbroer van koning Artur; c) Ronde Tafel-ridder; d) met een slechte reputatie; e) ridder en hofmaarschalk/drossaard; g) exemplarisch onhoofs) <Keyen> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 2021, 2028.

 

Klotho zie Clotho

 

Konradijn zie Coenradine

 

Kronos zie Saturnus

 

Kuisheid zie Reinicheit

 

Kwadetong zie Quade Tonghe

 

L

 

Latijn ( n) [Fra. geen equivalent] het Latijn - taal; o) m.n. `geleerde taal') Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5393, 12739.

 

Lavenie zie Slavenie

 

Leckerheit ( a) [Fra. Lecherie] Losbandigheid, allegorie; e) [man]; g) heerst met Luxurie volgens Jalousie in de hele wereld) <Leckerhede, Leckerheden> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 3632, 5701.

 

Ledecheit zie Ledicheit

 

Ledenaert, sente ( a) [Fra. saint Lïenarz] Leonardus van Noblac (6e eeuw); c) beschermer van kraamvrouwen en gevangenen - feestdag 6 november; g) door wie vele gevangenen zijn vrijgelaten) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8277.

 

Ledicheit 1 ( a) [Fra. Oiseuse] Ledigheid, allegorie; e) vrouwe; g) blond krullend haar, rode mond, glad en blozend gezicht, fijne handen, slank, met spiegel en kam, rijkelijk gekleed - verblijft in de Vergier - heeft de sleutel en laat de Minnaar binnen - neemt deel aan het leger van de God van Minnen) <Ledechede, Ledecheden, Ledicheden, Ledicheide> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 562, 599, 629, 1183, 1192, 3051, 3055, 4070, 4104, 9407, 9413, 9639.

 

Ledicheit 2 ( a) [Fra. Ledeur] bedoeld wordt Lelicheit - Lelijkheid, allegorie; e) [var. Lelicheit] kamenierster in dienst van Reinicheit) <Ledichede> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8371, 8387.

 

Ledigheid zie Ledicheit 1

 

Lelicheit zie Ledicheit 2

 

Lelijkheid zie Ledicheit 2

 

Leonardus zie Ledenaert, sente

 

Leoncis zie Leonte

 

Leonte ( a) [Fra. Leonce] Leoncis; b) broer van koning Phoroneüs; e) Griek; f) broer van koning Feroneus; g) door zijn broer gewaarschuwd voor de valstrik die het huwelijk is) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8184.

 

Liden ( h) [Fra. Lide] Lydië in het huidige Turkije - koninkrijk van koning Croesus; i) koninkrijk van koning Cresus) Die Rose van Heinric, hs. A/B: r. 6133.

 

Liefde, de zie Minne, die

 

Liefdesgod zie God van Minnen

 

Lieflijk Woord zie Vriendelijc Spreken

 

Livius zie Tytus Liveus

 

Lorein ( h) [Fra. Loheraigne] Lotharingen in Noordoost-Frankrijk; i) liederen? ("noten ghesongen") uit Lorein) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 701.

 

Losbandigheid zie Leckerheit

 

Lot, het zie Avonture

 

Lotharingen zie Lorein

 

Lucaen ( l) [Fra. Lucans] Marcus Annaeus Lucanus (39-65 n.C.), Romeins dichter; m) auctoritas) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5391.

 

Lucanus zie Lucaen

 

Lucina zie Lutine

 

Lucine zie Lutine

 

Lucrese ( a) [Fra. Lucrece] Lucretia (6e/5e eeuw v.C.?); b) echtgenote van Tarquinius Collatinus; d) uit Livius' Ab urbe condita, boek ?; e) [Romeinse vrouw]; g) verkracht door Tarquinus, de zoon van koning Tarquinus van Rome, pleegt om deze schande zelfmoord ondanks tegenwerpingen van haar man en familie - zoals verteld door Tytus Liveus) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8047, 8098.

 

Lucretia zie Lucrese

 

Ludomere ( a) [Fra. saint Pere] ? - mogelijk corrupt?; e) heilige) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8688.

 

Lutine ( a) [Fra. Lucina] bedoeld wordt Lucine - Lucina, Romeinse godin; d) brengt het licht en helpt bij de geboorte; e) [var. Lucinen] godin van de bruiden? ("brudene")) <Lutinen> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9792.

Luxurie 1 ( a) [Fra. Luxure] Wellust, allegorie; e) [man]; g) heerst met Leckerheit volgens Jalousie in de hele wereld) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 3633.

 

Luxurie 2 ( a) [Fra. Deliz] bedoeld wordt Delijt - Wellust, allegorie; e) alias Delijt) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 4366.

 

Lydië zie Liden

 

M

 

Macrobius ( l) [Fra. Macrobes] Ambrosius Theodosius Macrobius (4e/5e eeuw n.C.), Latijns schrijver - schreef ca. 400 een commentaar met christelijke duiding op de Somnium Scipionis in boek 6 van De re publica (54-52 v.C.) van Cicero; m) auctoritas - beschreef Cyproens (= Scipio) droom - houdt dromen voor waarheid) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 13.

 

Mainfrote ( a) [Fra. Mainfrai] Manfred, prins van Tarente (1232-1266); b) bastaardzoon van Frederik II van Hohenstaufen [koning van Sicilië (1197-1250)] - halfbroer van Konradijn; c) koning van Sicilië (1258?-1266); d) neemt na de dood van Koenraad IV wederrechtelijk de heerschappij over Sicilië -als voogd van Konradijn- en benoemt zichzelf in 1258/59 tot koning [verovert tussen 1254 en 1256 delen van Zuid-Italië en valt in 1260 de Kerkelijke Staat binnen] - vervolgens wordt door de paus het koninkrijk Sicilië toegewezen aan Karel van Anjou die tegen hem ten strijde trekt - gedood in 1266 tijdens de eerste veldslag; e) koning van Cisile; g) gedood door graaf Karel en heeft dus verloren - zie ook Coenradine) <Meinfrote> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6221, 6235, 6258.

 

Manfred zie Mainfrote

 

Maria zie Marie

Marie ( a) [Fra. 'par le roi des anges'] de heilige maagd Maria (Matteüs 1:16); b) dochter van Joachim en Anna - moeder van Jezus Christus van Nazareth met God als vader; d) hulp en voorspraak voor de gelovige mens bij God - feestdagen 8 december (onbevlekte ontvangenis), 8 september (geboorte), 2 februari (zuivering), 25 maart (annunciatie), 15 augustus (tenhemelopneming); f) moeder van God (= Jezus Christus); g) "dor god Marien kint") <Marien> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5068, 8283.

 

Marioen ( a) [Fra. Mariete, Marote] Marion, personage uit het herdersspel Le jeu de Robin et Marion van Adam de la Halle (1240-1285); e) [vrouw]) <Marioene, Maroten> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 12565, 12567.

 

Marion zie Marioen

 

Marote zie Marioen

 

Mars ( a) [Fra. Mars] c.q. Ares, Grieks/Romeinse god van de oorlog; e) [god]; g) tijdens zijn liefdesspel met Venus betrapt door haar lelijke man Vulcanus - door haar verkozen om zijn knapheid) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 12546.

 

Marseille zie Mercelis

 

Matheus, sente ( a) [Fra. saint Maci] de apostel Matteüs (Matteüs 9:9); c) één van de discipelen van Jezus Christus van Nazareth; d) feestdag 21 september; g) schreef een Bijbelboek/evangelie) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 10691.

 

Matteüs zie Matheus, sente

 

Mechiel ( l) [Fra. Johans Chopinel c.q. Jean de Meun, auteur van het tweede deel (ca. 18.000 vs.) van de Roman de la Rose]; m) [var. Jhan, een houesch cnape] "houesch poertere" - 'gheselle' van Heinricke van Brucele) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9757, 9784, 9786, 9799.

 

Medelijden zie Ontfaermicheit

 

Meinfrote zie Mainfrote

 

Mercelis ( h) [Fra. Marsaille] Marseille, stad in Zuid-Frankrijk; i) [stad] door graaf Karel [van Anjou] van zijn heersers ("die beste") beroofd, hij laat zichzelf als koning kiezen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6239.

 

Mesdaet ( a) [Fra. Maufez] Boze Geest, allegorie; d) alleen al door naar hem te kijken baarde Rede Schaamte; e) [man]; f) vader van Scaemte/Scamelheit/Scande met Redene als moeder; g) heeft Scaemte/Scamelheit/Scande verwekt in het enige samenzijn dat hij ooit met Redene had [var. Redene werd zwanger door het zien van Mesdaet]) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 2821.

 

Miltheit ( a) [Fra. Largesse] Gulheid, allegorie; e) dezelfde als Zotte Miltheit? - vrouwe; f) verwant ("nichte") van Alexander [de Grote]; g) knap en goed gekleed, maar heeft haar broche? ("broke") weggegeven - verblijft in de Vergier - is zeer vrijgevig - neemt deel aan het leger van de God van Minnen - bevrijdt Scone Ontfaen na de `oude quene' omgepraat te hebben) <Milthede> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1059, 1063, 1070, 1073, 1097, 1103, 1115, 1131, 7325, 9643, 9891, 11335, 13060.

 

Miltheit zie Zotte Miltheit

 

Minder broeders ( a) [Fra. Cordelier] de Minderbroeders c.q. Franciscanen; e) kloosterorde) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 11095.

 

Minne, die ( a) [Fra. Amors] de Liefde, allegorie; d) verbeelding van het liefdesgevoel; e) [vrouwelijk en mannelijk]; g) maakt en houdt de mensen verliefd - zie ook die God van Minnen en Venus) <Minnen> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 18, [35], 1330, [1508], 1708, 1761, 1861, 1999, 2116, 2121, 2156, 2164, 2177, 2295, 2518, 2600, 2920, 2932, 3054, 3074, 3088, 3092, 3111, 3125, 3162, 3233, 3313, 3321, 3410, 3542, 3546, 3554, 3755, 3880, 3899, 3925, 3930, 4197, 4198, 4257, 4268, 4271, 4499, 5226, 5242, 5260, 5261, 5265, 5267, 5269, 5297, 6368, 6373, 6887, 9465, 9521, 10364, 11796, [11797], 11809, 13507, 13933, 13978.

 

Minre, die ( a) [Fra. 'je'] de Minnaar - abusievelijk als allegorie vertaald: de ik-figuur uit het Oudfrans; e) 'clerc'; g) tracht zijn rozenknopje te veroveren, wat uiteindelijk lukt door de hulp van de God van Minnen, diens leger en vooral diens moeder Venus) <Minnare, Minneere, Minnere> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5069, 5119, 5563, 6383, 6459, 7207, 7287, 7301, 9451, 9483, 9487, 9591, 12837, 12845, 12864, 12937, 13005, 13015, 13989, 14070, 14082, 14143, 14150.

 

Mond Dicht zie Wel Helen

 

Moyses ( a) [Fra. Moysi] Mozes (Exodus); b) zoon van Aram en Jochebed - geadopteerd door de dochter van de Farao; d) leidde de uittocht uit Egypte van het joodse volk; g) "Moyses zetel") Die Rose van Heinric, hs. C: r. 10695.

 

Mozes zie Moyses

 

N

 

Narcissus zie Nariscus

 

Nariscus ( a) [Fra. Narcisus] Narcissus; d) wees de liefde van o.a. Echo af, Echo sterft van liefdesverdriet, voor straf laat de godin Nemesis [of Aphrodite] hem hopeloos verliefd worden op zijn waterspiegelbeeld, op de plek waar hij sterft bloeit later een narcis-bloem; e) jonkheer; g) wijst de liefde van Eggo af, wordt om zijn hoogmoed gestraft door de God van Minnen, wordt verliefd op zijn waterspiegelbeeld in de fontein van de Vergier en sterft) <Nariscuse> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1328, 1329, 1346, 1358, 1385, 1403, 1414, 1418, 1476.

 

Nature ( a) [Fra. Nature] de Natuur, allegorie; d) verbeelding van het scheppende vermogen van de Natuur; g) heeft de rozen in de Vergier zo mooi gemaakt - door de `oude quene' de drijvende kracht (op sexueel gebied) tussen vrouwen en mannen genoemd - heeft de Minnaar uitgerust met pelgrimsstaf en -tas ("bordoen ende scaerpe") om zijn 'pelgrimage' naar de rozenknop te voltooien) <Naturen> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1582, 3036, 3402, 4248, 4306, 4311, 4317, 4346, 4997, 5062, 5497, 6449, 11768, 12304, 12561, 12563, 12602, 12636, 12641, 12644, 12655, 12711, 12735, 13882, 13997, 14002, 14011, 14016.

 

Natuur, de zie Nature

 

Nederigheid zie Oemoedicheit

 

Neptunus ( a) [Fra. Neptunus] c.q. Poseidon, Grieks/Romeinse god van de zee; e) koning van de zee; g) verslagen door Jasoens galeischip) <Neptunuse> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8836.

 

Nero ( a) [Fra. Neron] Lucius Domitius Ahenobarbus Nero (37-68 n.C.); c) Romeins keizer (54-68 n.C.); d) begon zijn regering veelbelovend maar ontwikkelde zich tot een afschuwelijk tiran; e) de laatste koning/keizer van Rome; g) aan het eind van zijn regering zeer wreed - heeft Rome in brand gestoken, de senatoren gedood, zijn broer gedood, zijn moeder ontleed, zijn zuster verkracht, is met een man getrouwd, heeft zich verkleed als vrouw, heeft zijn meester Seneca gedwongen zichzelf te doden - uiteindelijk verjaagd uit Rome, pleegt zelfmoord om niet vermoord/gelyncht te worden) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5873, 5877, 5976, 6034, 6054, 6263.

 

Nidicheit ( j) [Fra. Envie] Afgunst, allegorie - als ongewenst buiten de Vergier geplaatst; k) beeld op de muur van de Vergier - met lelijk uiterlijk, kijkt scheel, altijd boos en jaloers) <Nidicheden, Nidicheits> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 250, 270, 291, 301.

 

Nijt ( a) [Fra. Envie] Haat en Nijd, allegorie; g) door Aermoede uit de hel naar de wereld gebracht) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8859.

 

Nijtheit ( a) [Fra. Richece] bedoeld wordt Rijcheit - Rijkdom, allegorie; e) [var. Rijchede] alias Rijcheit; g) neemt deel aan het leger van de God van Minnen) <Nijthede> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9643.

 

Noerman ( a) [Fra. geen equivalent] een Normandiër; g) zie ook Normendien) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9978.

 

Normandië zie Normendien

 

Normandiër zie Noerman

 

Normendien ( h) [Fra. Normandie] Normandië in Noordwest-Frankrijk; i) landstreek, met een slechte reputatie - geboorteland van Dangier - zie ook Noerman) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 2815, 3834.

 

O

 

Oemoedicheit ( a) [Fra. Humilitez] Nederigheid, allegorie; g) neemt deel aan het leger van de God van Minnen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9649.

 

Omaers, Sente zie Sente Omaers

 

Omerius ( l) [Fra. Homers] Homeros c.q. Homerus (ca. 850 v.C.), Grieks dichter - schreef de Ilias en de Odyssee; m) auctoritas) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6312.

 

Onbehoorlijkheid zie Dorperheit

 

Ongeluk zie Quaetheit

 

Ontfaermicheit ( a) [Fra. Pitié] Medelijden, allegorie; e) vrouwe; g) pleit samen met Edelheit/Vriheit de Minnaar vrij van slechte bedoelingen in de Vergier - neemt deel aan het leger van de God van Minnen, strijdt tegen Dangier en Scaemte/Scamelheit/Scande - bevrijdt Scone Ontfaen uit de brandende burcht) <Ontfaermichede, Ontfaermiichede> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 3305, 3331, 3374, 9644, 9901, 13101, 13105, 13113, 13170, 13189, 13948, 13972.

 

Ontrouw zie Quaet Ghepeins

 

Ontsegghen ( h) [Fra. bois de Refus] Weigeringswoud; i) bos waar Dangier het hout voor zijn knots ("machuwe") vandaan heeft) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 13039.

 

Ontsien over al van Quade Name ( j) [Fra. Doute de mal renomee] Vrezen voor een slechte faam; k) schild ("taergie") van Scaemte/Scamelheit/Scande) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 13184/85.

 

Openbaring zie Apocalyps

 

Oracius zie Oratius

 

Oratius ( l) [Fra. Orace, Horaces] Quintus Horatius Flaccus (65-8 v.C.), Romeins dichter; m) auctoritas) <Oracius, Oratiuse> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5453, 12643.

 

Orestes ( l) [Fra. Theofrastus] bedoeld is Theophrastus (372-288 v.C.), Grieks filosoof - leerling van Socrates - schreef de verloren gegane Aureola; m) [var. Orestresse] auctoritas - schreef die Riole) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 7996.

 

Oude Quene, die zie Quene, die (oude)

 

Ouderdom zie Outheit 1

 

Ouderdom zie Outheit 2

 

Oudfrans, het zie Waals, het

 

Oudheit zie Outheit 2

 

Outheit 1 ( j) [Fra. Veilleice] Ouderdom, allegorie - als ongewenst buiten de Vergier geplaatst; k) beeld op de muur van de Vergier - met lelijk, krom en ziekelijk oud uiterlijk, inmiddels kinds, in oude maar warme kleding) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 333.

 

Outheit 2 ( a) [Fra. Veillece] Ouderdom, allegorie; g) teleurgesteld en zwak, door iedereen gemeden - woont in bij Verstekinghe en Pine) <Hothede, Houtheit, Oudheit, Outhede> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 4369, 4379, 4383, 4385, 4387, 4404, 4409, 4425.

 

Ovaerde ( j) [Fra. Orguelz] Trots, allegorie; k) pijl van de God van Minnen, één van de vijf `slechte') Die Rose van Heinric, hs. C: r. 924.

 

Oviden ( l) [Fra. Ovides] Publius Ovidius Naso (43 v.C.-18 n.C), Romeins dichter - schreef ca. 5 v.C. de Ars Amatoria - zeer populair gedurende de Middeleeuwen; m) auctoritas - zie ook Aert van Minnen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9719.

 

Ovidius zie Oviden

 

P

 

Pape Jan zie Jan, Pape

 

Papelaerdie ( j) [Fra. Papelardie] Schijnheiligheid, allegorie - als ongewenst buiten de Vergier geplaatst; k) beeld op de muur van de Vergier - met een vroom gezicht maar huichelend van binnen, gekleed als een streng religieuze) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 389.

 

Parabolen ( l) [Fra. Paraboles] het Oudtestamentische Bijbelboek Spreuken, grotendeels (hst. 10-22) toegeschreven aan koning Salomo (ca. 986-926 v.C.) - boektitel; m) werk van Salomoen "int XXXste capitel steet") Die Rose van Heinric, hs. C: r. 10417.

 

Paracleet, de zie Paradijs

 

Paradijs ( h) [Fra. Paraclit, klooster] de Paracleet (Grote Trooster), het door Pierre Abélard gestichte klooster bij Troyes, Frankrijk - waar Héloïse later abdis wordt; i) klooster - gesticht door Piers Abeliaert die Heilwive daar abdis maakt) <Paradijt> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8193, 8240.

 

Parijs 1 ( h) [Fra. Paris] hoofdstad van Frankrijk - met een universiteit; i) universiteitsstad - woonplaats van Piers Abeliaert en van de "meester van Sente Omaers") Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8233, 10597, 10857.

 

Parijs 2 ( a) [Fra. geen equivalent] Paris; b) zoon van koning Priamus van Troje en Hecuba; c) Trojaanse held; f) zoon van Eruba - broer van Hector) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6275.

 

Paris zie Parijs 2

 

Paulus zie Pauwels, sente

 

Pauwels, sente ( a) [Fra. saint Poul] de apostel Paulus (ca. 10 n.C.-ca. 60) (Handelingen 13:9); c) één van de discipelen van Jezus Christus van Nazareth; e) apostel; g) zei dat de apostelen niet mochten bedelen maar moesten werken) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 10501.

 

Peirithoüs zie Pyrotheus

 

Penelope zie Penolope

 

Penolope ( a) [Fa. Penelope] Penelope; b) echtgenote van Odysseus; d) bleef haar man trouw gedurende de vele jaren dat hij afwezig was wegens de Trojaanse Oorlog en zijn omzwervingen op de terugreis; e) Griekse; g) exemplarisch trouw, de beste echtgenote in Grieken) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8041, 8099.

 

Perchi ( h) [Fra. Perse] Perzië c.q. het Perzische Rijk - het huidige Iran; i) land (van herkomst) [koninkrijk] van sinte Auberis (= Sisigambis) en Darius) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6278.

 

Perzië zie Perchi

 

Phaine zie Phanie

 

Phanie ( a) [Fra. Phanie]; e) maagd; f) dochter van koning Cresus; g) waarschuwde haar vader voor zijn hoogmoed en zei tevergeefs dat zijn voorspellende droom over zijn ondergang waar was) <Phaine> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6106, 6190.

 

Phariseen ( a) [Fra. pharisien] de Farizeeën (Matteüs 15:1); d) leden van een joodse religieuze sekte rond het begin van de christelijke jaartelling - raakten in conflict met Jezus Christus; g) hypocrieten, zitten op Moyses zetel) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 10696.

 

Phebeus zie Phebus

 

Phebus ( a) [Fra. Phebus] Phoebus, vaste bijnaam (lett. de lichtende) van de god Apollo; e) god van de wonderen; g) zie ook Apolijn) <Phebeus> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6100, 6140.

 

Phildebert ( a) [Fra. Philebert] de heilige Filibert (7e eeuw); c) stichter van de abdij van Jumièges (654?); d) feestdag 24 augustus) <Phildeberte> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8688.

 

Philistiene, die ( a) [Fra. '.X. homes'] de Filistijnen (Genesis 10:14); e) [volk]; g) wreed - doden Samsoen nadat zijn echtgenote [de Filistijnse] Dalida zijn haar had afgeschoren en hem daarmee zijn kracht had ontnomen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8591.

 

Phoebus zie Phebus

 

Phoroneüs zie Feroneus

 

Phyrotheus ( a) [Fra. Protheüs] bedoeld wordt Proteus, Griekse zeegod; d) kan zich in allerlei gedaanten veranderen; e) [var. Pyrotheus]; g) Valsch Ghelaet kan zich in nog veel meer gedaantes veranderen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 10316.

 

Pieres zie Piers Abeliaert

 

Pierette zie Pyrote

 

Piers Abeliaert ( a) [Fra. Pierres Abeliarz] Pierre Abélard (1079-1142); c) Frans theoloog en filosoof; d) werd verliefd op zijn twintig jaar jongere leerlinge Héloïse en trouwde in het geheim met haar, om deze relatie liet haar oom Fulbertus hem castreren - beiden trekken zich terug in een klooster maar blijven met elkaar corresponderen - hun brieven (mogelijk fictief) zijn door Jean de Meun uit het Latijn in het Oudfrans vertaald; g) verliefd op Heilwive, trouwt toch met haar, ondanks haar tegenwerping dat liefde beter is dan het huwelijk, hierom zijn zijn testikels ("ghegaden") afgesneden en is hij uit Parijs vertrokken naar Sente Denijs - maakt Heilwive abdis van het door hem gestichte klooster Paradijs) <Pieres, Piers, Pires> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8191, 8223, 8230, 8247, 8270.

 

Pine ( a) [Fra. Douleur] Smart, allegorie; g) woont samen met Verstekinghe) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 4427.

 

Pires zie Piers Abeliaert

 

Pitagoras ( l) [Fra. Pytagoras] Pythagoras (ca. 580-504? v.C.), Grieks filosoof en wiskundige; m) auctoritas - schreef de Ghuldine vers) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 4811.

 

Plato zie Platoen

 

Platoen ( l) [Fra. Platon] Plato (428-347 v.C.), Grieks filosoof - leerling van Socrates - zeer invloedrijk; m) auctoritas) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6562.

 

Poitau ( h) [Fra. geen equivalent - Rome] Poitou in Frankrijk; i) land [waarmee men handel drijft]) <Potau> Die Rose van Heinric, hs. A/B: r. 7044, 8003.

 

Poitevijn ( a) [Fra. geen equivalent] man uit Poitou, Frankrijk; g) zie ook Poitevijns) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9978.

 

Poitevijns ( n) van/uit Poitou in Frankrijk; o) [munt met geringe waarde] - zie ook Poitevijn) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 2211.

 

Poitou zie Poitau

 

Poitou zie Poitevijn

 

Poseidon zie Neptunus

 

Postumus ( a) [Fra. Posthumus] personage uit het werk van Juvenalis; g) wil trouwen maar wordt door Juvenael gewaarschuwd voor ontrouwe vrouwen) <Postumuse> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8166, 8167.

 

Potau zie Poitau

 

Predekeeren ( a) [Fra. Barré] de Predikheren c.q. Dominicanen; e) kloosterorde) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 11095.

 

Prolenise ( l) [Fra. Tholomee] bedoeld wordt Claudius Ptolomaeus (2e eeuw n.C.), Grieks sterrekundige, geograaf en wiskundige - werkzaam in Alexandrië, schreef o.a. de Almagest - toonaangevend gedurende de Middeleeuwen; m) [var. Tolomeus] auctoritas - schreef de Almaiesten) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6504.

 

Proteus zie Phyrotheus

 

Provence zie Provincen

 

Provincen ( h) [Fra. Provance] de Provence in Zuid-Frankrijk; i) met Agyon (= Anjou) graafschap van Karel [van Anjou]) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6225.

 

Ptolomaeus zie Prolenise

 

Pyrote ( a) [Fra. Perrete] bedoeld wordt Pierette?, personage uit de (Oudfranse) pastorale poëzie?; e) [vrouw]) <Pyroten> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 12568.

 

Pyrotheus ( a) [Fra. Pirithoüs] Peirithoös c.q. Peirithoüs; d) met Theseus naar de onderwereld om zijn geliefde Persephone te schaken, beiden echter vastgeklonken aan een zuil door Hades, later is Theseus door Hercules bevrijd; g) vriend van Theseus - Theseus zocht `uit liefde' naar hem in de hel) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 7559.

 

Pythagoras zie Pitagoras

 

Q

 

Quade Tonghe ( a) [Fra. Male Bouche] Kwadetong, allegorie; e) bewaker [man] - geboren in Normendien; g) bewaakt het rozenperk in de Vergier en later ook de burcht van Jalousie - 'dief' steelt mensen hun goede naam door zijn roddels - door Valsch Ghelaet en Gheveinst Wesen -vermomd als pelgrims- gedood en zijn tong afgesneden) <Quaden Tonghen, Quade Tonghen> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 2813, 3068, 3559, 3602, 3607, 3761, 3796, 3831, 3836, 3859, 4043, 6705, 6787, 6795, 6804, 6814, 6821, 6829, 6831, 7222, 7234, 9503, 9889, 10991, 11054, 11101, 11104, 11122, 11196, 11313, 11399, 11491, 11517, [13233], 13961.

 

Quade, dat ( a) [Fra. Malice] Boosaardigheid, allegorie; e) [var. Quaetheit]) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5299.

 

Quaet Ghepeins ( j) [Fra. Noviaus Penser] Ontrouw, allegorie; k) pijl van de God van Minnen, één van de vijf `slechte') Die Rose van Heinric, hs. C: r. 933.

 

Quaetheit ( a) [Fra. Male Aventure] Ongeluk, allegorie; e) [var. Quade Avonture]; g) door Aermoede uit de hel naar de wereld gebracht) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8858.

 

Quene, die (oude) ( a) [Fra. la Veille]; e) torenbewaakster; g) bewaakt Scone Ontfaen in de burcht van vrouwe Jalousie - vertelt hem hoe vrouwen aan hun trekken kunnen komen in de liefde) <Quenen> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 3872, 3877, 3883, enz.

 

R

 

Recht ( a) [Fra. Droiz] Recht, allegorie; g) heeft met Trauwe, Reinicheit en Gherechticheit/Recht de wereld verlaten) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5139.

 

Recht ( a) [Fra. Joutice] bedoeld wordt Gherechticheit - Rechtvaardigheid, allegorie; e) alias Gherechticheit) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5273, 5286, 5290, 5299.

 

Rechtvaardigheid zie Gherechticheit

 

Rechtvaardigheid zie Recht

 

Rede zie Redene

 

Reden zie Redene

 

Redene ( a) [Fra. Reson] Rede, allegorie; d) baarde Schaamte al door de aanblik van Boze Geest; e) vrouwe - toegenaamd "die wise"; f) moeder van Scaemte/Scamelheit/Scande met Mesdaet als vader; g) zwanger geraakt tijdens het enige samenzijn dat zij ooit met Mesdaet had [var. Redene werd zwanger door het zien van Mesdaet] - niet door Nature gemaakt maar door God: niet te oud of te jong, niet te kort of te lang, draagt een rijke kroon - probeert twee maal tevergeefs de Minnaar zijn manschap aan de God van Minnen te laten opgeven - heeft de door God geschapen dingen hun naam gegeven) <Reden, Redenen> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 2819, 2823, 2882, 2886, 3026, 3045, 3121, 3140, 4079, 4083, 4147, 4185, 4263, 4497, 5073, 5187, 5435, 5567, 6368, 6423, 6469, 6681, 9470, 9544, 9763, 9811, 14205.

 

Reinaert ( j) [Fra. Renart] Reinaert, de vos uit de Roman de Renart c.q. Van den vos Reinaerde; k) [vos] - sluit nooit een vos op in de kippenren) <Reinaerde> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 12968.

 

Reinicheit ( a) [Fra. Chasteez] Kuisheid, allegorie; e) vrouwe, meesteres van de rozen(knoppen); g) voortdurend belaagd door Venus en minnaars - voert bijgestaan door haar kamenier Ledicheit (= Lelicheit) oorlog met Scoenheit) <Reinichede, Reinicheden, Reynichede> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 2872, 2881, 2887, 3433, 3469, 3583, 3637, 5139, 8360, 8365, 8370, 8379, 8388, 8412, 8414.

 

Reynicheit zie Reinicheit

 

Rijcheit ( a) [Fra. Richece] Rijkdom, allegorie; e) vrouwe; f) vriendin van Waerheit; g) met blond haar, zeer rijk gekleed met vele edelstenen - verblijft in de Vergier - is zeer machtig - bepaalt welke minnaars over het pad Te Vele Gheven naar het kasteel van Jalousie mogen gaan - neemt níet deel aan het leger van de God van Minnen, wil de Minnaar die ze haat niet helpen) <[Hedelheit], [Nijthede], Rijchede, Rijcheden> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 968, 975, 989, 1019, 1038, 1041, [1052], 5015, 7368, 7369, 9271, 9286, 9293, 9459, [9643], 9855, 9881, 9999, 10016, 10035, 14207.

 

Rijkdom zie Rijcheit

 

Rijn, de zie Rine, die

 

Rine, die ( h) [Fra. Seine] de Rijn, rivier in Zwitserland, Duitsland en Nederland; i) rivier) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 4870.

 

Riole, die ( l) [Fra. Aureole] de Aureola, het Gouden Boek - een verloren gegaan werk van Theophrastus - boektitel; m) werk van Orestes) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 7996.

 

Robechoen zie Robijn

 

Robeert ( a) [Fra. Roberz] Robert, personage uit het herdersspel Le jeu de Robin et Marion van Adam de la Halle (1240-1285); e) [de heer?]) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 10339.

 

Robert zie Robeert

 

Robijn ( a) [Fra. Robichonet, Robins] Robin, personage uit het herdersspel Le jeu de Robin et Marion van Adam de la Halle (1240-1285); e) [de knecht?]) <Robechoene, Robine> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 7957, 10339, 11089, 12566, 12567.

 

Robin zie Robijn

 

Roelant ( a) [Fra. Rolant] Roeland; c) ridder van Karel de Grote; d) verloor tijdens de slag tegen de Saracenen (d.w.z. de Basken) bij Roncevalles in 778 zijn leven; e) [ridder]; g) beklaagd door Karel de Grote omdat hij 'sijn wijf' [var. lijf] verloor in Roncevale - exemplarisch sterk, maar overmoedig [riep te laat hulp in]) <Roelande> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 7285, 8571.

 

Rome ( h) [Fra. Rome] Rome, centrum van het Romeinse Rijk, zetel? van het Heilige Roomse (keizer)Rijk, hoofdstad van het huidige Italië; i) [middeleeuws] keizerrijk en stad - [Romeinse] stad - [Romeins] koninkrijk van koning Tarquinus) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5516, 5879, 5922, 7899, 8046, 8095, 8258.

 

Roncevale ( h) [Fra. Roncevaus] Roncevalles c.q. Roncevaux, bergpas in de Pyreneeën, Spanje - waar Karel de Grote in 778 zijn achterhoede o.l.v. Roeland verloor in de slag tegen de Saracenen (d.w.z. de Basken); i) waar Roelant 'sijn wijf' [var. lijf] verloor) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 7285.

 

Rondborstigheid zie Edelheit

 

Rondborstigheid zie Vriheit

 

Rose, die ( l) [Fra. Romanz de la Rose] vertaling en bewerking van de Oudfranse Roman de la Rose (geschreven ca. 1235 door Guillaume de Lorris, aangevuld (met ca. 18.000 vs.) in ca. 1285 door Jean de Meun) eind 13e eeuw door een zekere Heinric - boektitel; m) boek in Dietsche [van Heinric van Brucele] - zie ook Spieghel der Minnen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 33.

 

Ruffus ( a) [Fra. Rufin] personage uit de Facta et dicta memorabilia van Valerius Maximus (1e eeuw n.C.); g) vriend ("gheselle") van Valerius - Valerius raadt hem af te trouwen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8160.

 

S

 

Saint-Amour zie Sente Omaers

 

Saint-Denis zie Sente Denijs

 

Saksen zie Zassen

 

Salemoen zie Salomoen

 

Salomoen ( a) [Fra. Salemon] koning Salomo (972-932 v.C.) (1 Koningen 1-11); b) zoon van koning David en Batseba; c) derde koning van Israël (ca. 960-926); d) vermaard om zijn wijsheid; e) koning van Jherusalem; m) auctoritas - schreef de Parabolen - exemplarisch wijs) <Salemoen, Salomone> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 7578, 10416, 10431.

 

Sampsoen zie Samsoen

 

Samsoen ( a) [Fra. Sanson] Samson c.q. Simson (Richteren 13-16); b) minnaar van de Filistijnse Delila; c) Israëlisch richter; d) de sterkste man uit de bijbel; g) exemplarisch sterk, maar door een vrouw van zijn kracht beroofd [Dalida heeft hem zijn haar afgeschoren, zodat hij nu zijn kracht weg was overwonnen kon worden door de Philistiene]) <Sampsoen, Sampsoene> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8572, 8589, 13799.

 

Samson zie Samsoen

 

Saracenen, de zie Sarasine

 

Sarasine ( a) [Fra. Sarradin, de Moren] de Saracenen; c) verzamelnaam voor alle heidense en/of islamitische volkeren; d) beruchte tegenstanders van de christenen in Spanje en het Heilige land; e) [volk]; g) met slecht karakter) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6260.

 

Saturnus ( a) [Fra. Saturnus] c.q. Kronos, Ouditalische [Griekse] god van het landleven; b) vader van Zeus/Jupiter; c) één van de Titanen; d) Ouranos/Uranus werd onttroond door zijn zoon Kronos/Saturnus die hem zijn testikels af sneed en deze in zee wierp, uit deze testikels is in zee Aphrodite/Venus geboren; e) [god] koning; f) vader van Jupiter en van Venus; g) door Jupiter zijn hem zijn testikels ("ghegade") afgesneden en in zee geworpen, uit het `schuim der zee' is Venus geboren) <Saturnuse> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5274, 10004.

 

Scaemte ( a) [Fra. Honte] Schaamte, allegorie; e) alias Scamelheit en Scande - bewaakster [vrouw]; f) dochter van Redene en Mesdaet - nicht van Vreese/Zorghe; g) geboren uit het enige samenzijn dat Redene en Mesdaet ooit hadden [var. Redene werd zwanger door het zien van Mesdaet] - bewaakt het rozenperk in de Vergier en later ook de burcht van Jalousie - strijdt tegen Ontfaermicheit, Blijtheit en Wel Helen) <Scaemten> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9897, 13172, 13178, 13199, 13222, 13225, 13235, 13829.

 

Scamelheit ( a) [Fra. Honte] Schaamte, allegorie; e) alias Scaemte en Scande - bewaakster [vrouw]; f) dochter van Redene en Mesdaet - nicht van Vreese/Zorghe; g) geboren uit het enige samenzijn dat Redene en Mesdaet ooit hadden [var. Redene werd zwanger door het zien van Mesdaet] - bewaakt het rozenperk in de Vergier en later ook de burcht van Jalousie - strijdt tegen Ontfaermicheit, Blijtheit en Wel Helen) <Scamelhede> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 2890, 3065, 12890, 12948, 13128, 13168, 13823, 13873.

 

Scande ( a) [Fra. Honte] Schaamte, allegorie; e) alias Scaemte en Scamelheit - bewaakster [vrouw]; f) dochter van Redene en Mesdaet - nicht van Vreese/Zorghe; g) gekleed als een religieuze, met een sluier tot aan haar ogen - geboren uit het enige samenzijn dat Redene en Mesdaet ooit hadden [var. Redene werd zwanger door het zien van Mesdaet] - bewaakt het rozenperk in de Vergier en later ook de burcht van Jalousie - strijdt tegen Ontfaermicheit, Blijtheit en Wel Helen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 2818, 2825, 2869, 2871, [3582], 3595, 3629 (2x), 3663, 3684, 3818, 4041, 6709, 7108, 7113,.

 

Scande zie Stande

 

Schaamte en Schande zie Stande

 

Schaamte zie Scaemte

 

Schaamte zie Scamelheit

 

Schaamte zie Scande

 

Schijnheiligheid zie Papelaerdie

 

Schijnheiligheid zie Ypocrisie

 

Schoonheid zie Scoenheit 1

 

Schoonheid zie Scoenheit 2

 

Schotland zie Scotte

 

Scipio Minor zie Cyproen

 

Scoene Ontfaen zie Scone Ontfaen

 

Scoenheit 1 ( j) [Fra. Biautez] Schoonheid, allegorie; k) pijl van de God van Minnen, één van de vijf `goede' - zie ook Scoenheit 2) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 899.

 

Scoenheit 2 ( a) [Fra. Biautez] Schoonheid, allegorie; e) vrouwe; g) knap van nature, lang en in de taille slank, zeer lang goudblond haar - verblijft (danst) in de Vergier - heet net zo als de `goede' pijl Scoenheit - voert oorlog tegen Reinicheit) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 947, 8360, 8393.

 

Scone Ansien zie Soete Ansien

 

Scone Ontfaen ( a) [Fra. Bel Acueil] Goed Onthaal, allegorie; e) knaap; f) zoon van Hovescheit; g) verblijft in het rozenperk van de Vergier - laat de Minnaar binnen op voorwaarde dat hij geen `dorperheden' doet - is diep beledigd wanneer de Minnaar toch een roos wil plukken - laat zich vermurwen en staat een kus toe - door Jalousie opgesloten in een burcht om hem bij de Minnaar vandaan te houden, in de toren bewaakt door de `oude quene' die hem de fijne kneepjes van de liefde leert en voor mannen waarschuwt - door Dangier, Vreese/Zorghe en Scaemte/Scamelheit/Scande opnieuw opgesloten zodat de Minnaar weer alleen is - door zijn moeder uit de brandende burcht bevrijd, staat nu de Minnaar toe de rozenknop te plukken, klaagt achteraf over diens toch wat ruwe manier van doen) <Scoen Ontfaen, Scoene Ontfaen, Scone Ontfae, Scone Ontfaens, Scone Ontfane, Scone Ontfanen, Sone Ontfaen> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 2790, 2795, 2830, 2857, 2866, 2898, 2918, 2927, 2941, 2967, 2980, 2997, 3165, 3341, 3357, 3361, 3377, 3383, 3392, 3419, 3431, 3488, 3521, 3563, 3570, 3574, 3589, 3605, 3613, 3627, 3650, 3693, 3712, 3867, 3869, 3881, 3890, 3926, 3950, 3955, 3981, 4005, 4014, 4046, 4061, 4092, 4133, 4137, 4142, 6410, 6694, 6716, 6723, 6756, 6762, 6764, 6841, 7100, 7142, 7143, 7181, 7214, 7276, 9243, 9251, 9455, 9619, 9706, 9732, 9743, 9773, 9894, 11146, 11154, 11183, 11254, 11340, 11359, 11433, 11447, 11481, 11537, 11573, 11583, 11787, 11903, 12826, 12836, 12841, 12855, 12898, 12931, 12955, 13131, 13846, 13952, 13954, 13983, 14147.

 

Scotte ( h) [Fra. Escoce] Schotland in Groot-Brittannië; i) land - exemplarisch woest, droog en onvruchtbaar - woonplaats van Hongher [en Aermoede en Diefte?]) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9372.

 

Seericheit zie Zeericheit

 

Seine, de zie Zeine, de

 

Sekerheit ( a) [Fra. Seürté] Vastheid, allegorie; e) [man]; g) neemt deel aan het leger van de God van Minnen, strijdt tegen Vreese/Zorghe) <Sekerhede, Zekerhede> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9647, 9900, 13268, 13285.

 

Seneca ( l) [Fra. Seneque] (ca. 4 v.C.-65 n.C.), Romeins filosoof en tragedieschrijver - leermeester van de latere keizer Nero, in ongenade gevallen, pleegde vervolgens zelfmoord; m) auctoritas - door Nero, zijn leerling en inmiddels keizer van Rome, gedwongen zichzelf te doden) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5872, 5901, 5905, 5976.

 

Sente Denijs ( h) [Fra. Saint Denis en France] het klooster Saint-Denis (Sint-Denijs) bij Parijs - gewijd aan Dionysius, de patroon van de Franse koningen; i) klooster - waar Piers Abeliaert monnik wordt nadat zijn testikels ("ghegaden") zijn afgesneden) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8234.

 

Sente Omaers ( h) [Fra. saint Amor] Saint-Amour (Sint Omaers) in Noord-Frankrijk - toenaam van Guillaume de Saint-Amour (?-1272), Frans theoloog en hoogleraar aan de Sorbonne te Parijs en tegenstander van de bedelorden; i) land (van herkomst) van de 'meester van Sente Omaers') Die Rose van Heinric, hs. C: r. 10595, 10607.

 

Sibile ( a) [Fra. Sebile] de Sybille, priesteres van Apollo in Cumae, Midden-Italië; d) in Vergilius' Aeneis, boek VI; g) zegt dat een kuise vrouw niet verdoemd kan worden - verteld door Virgilius) <Sibilen> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8401.

 

Sicilië zie Cisile

 

Simpelheit 1 ( j) [Fra. Simpleice] Eenvoud, allegorie; k) pijl van de God van Minnen, één van de vijf `goede') <Simpelhede> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 901, 1653.

 

Simpelheit 2 ( a) [Fra. Simplece] Eenvoud?, allegorie; g) neemt deel aan het leger van de God van Minnen) <Simpelhede> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9646.

 

Simson zie Samson

 

Sinte Auberis zie Auberis, sinte

 

Sisigambis zie Auberis, sinte

 

Slavenie ( a) [Fra. Laverne] bedoeld wordt Lavenie? - Duisternis, allegorie; e) [var. Laveine] godin van de dieven; g) helpt Diefte) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8875.

 

Smart zie Pine

 

Snij ze de keel af zie Coupe Geule

Socrates ( l) [Fra. Socrates] c.q. Sokrates (469-399 v.C.), Grieks filosoof - leermeester van Plato - door een aantal tegenstanders aangeklaagd wegens goddeloosheid, mede door zijn onbuigzame houding veroordeeld tot de gifbeker - zeer invloedrijk; m) auctoritas - exemplarisch evenwichtig en verstandig - gedood omdat hij meende en verkondigde dat er slechts één god was) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5575, 5585, 5866, 6370, 6400.

 

Soet Anzien zie Soete Ansien

 

Soete Anesien zie Zoete Anezien

 

Soete Ansien ( a) [Fra. Douz Regart] Zachte Blik, allegorie; e) schildknaap van de God van Minnen; g) met knap uiterlijk - draagt de pijl (vijf `goede' en vijf `slechte') en boog (één `goede' en één `slechte') van zijn heer - met Edelheit/Vriheit als bode naar Venus om hulp in de strijd te vragen) <Scone Ansien, Soet Anzien, Soete Aensien, Soete Anesien, Soete Ansiene, Zoete Ane ziene> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 866, 887, 917, 1250, 1255, 1537, 13321.

 

Soete Ansien zie Zoete Anesien

 

Soete Ghepeins zie Zoete Ghepeins

 

Soete Sprake zie Vriendelijc Spreken

 

Sokrates zie Socrates

 

Solijn ( l) [Fra. Solin] C. Julius Solinus (3e eeuw n.C.), Romeins geograaf; m) auctoritas) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5583.

 

Solinus zie Solijn

 

Sone Ontfaen zie Scone Ontfaen

 

Sorghe ( a) [Fra. geen equivalent] Angst, allegorie; g) belaagt met Tempeeste de woning van Avonture) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5773.

 

Sorghe zie Zorghe

 

Sorghelijc Spegel, die ( j) [Fra. li miroërs perilleus] de Gevaarlijke Spiegel; k) alias Fonteine der Minnen - de fontein in de Vergier - waarin Nariscus zich spiegelde wat zijn dood werd - waarin de Minnaar het rozenperk weerspiegeld ziet en verliefd wordt op een rozenknop) <Speghe Sorgelike> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1475, 1480.

 

Soyer, broeder ( a) [Fra. frere Saier] ?; e) broeder [mannelijke variant van een begijn?]; g) Valsch Ghelaet vermomt zich als pelgrim in 'broeders Soyers cleet') Die Rose van Heinric, hs. C: r. 11036.

 

Spaengen 1 ( h) [Fra. Espaigne] het koninkrijk Spanje - bedoeld wordt het koninkrijk Castilië van ? [koninkrijk van Hendrik van Spanjes broer]; i) koninkrijk "Heinric sconincx broeder van Spaengen") Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6232.

 

Spaengen 2 ( h) [Fra. Espaigne] Spanje; i) "borge in Spaengen" zijn luchtkastelen) Die Rose van Heinric, hs. A/B: r. 2432.

 

Spanje zie Spaengen

 

Speghel Sorgelike, die zie Sorghelijc Spegel, die

 

Spiegel van de Liefde zie Spieghel der Minnen

 

Spieghel der Minnen ( l) [Fra. Miroër aus Amoreus] Spiegel van de Liefde - boektitel; m) volgens de God van Minnen de titel van het door de Minnaar c.q. Heinricke van Brucele en Mechiel op te schrijven boek met diens allegorische droom over zijn liefde voor een rozenknop - zie ook Aert van Minnen en die Rose) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9808.

 

Spreuken zie Parabolen

 

Stande ( j) [Fra. Honte] bedoeld wordt Scande - Schaamte en Schande, allegorie; k) [var. Scande] pijl van de God van Minnen, één van de vijf `slechte') Die Rose van Heinric, hs. C: r. 929.

 

Storm zie Tempeeste

 

Stoutmoedigheid zie Coenheit

 

Strelersbos zie Gherechticheden

 

Sybille, de zie Sibile

 

T

 

Tarquinus ( a) [Fra. Tarquinius, de vader] Sextus Tarquinius (eind 6e eeuw v.C.?); b) zoon van koning Tarquinius Superbus van Rome; d) exemplarisch verkrachter uit Livius, Ab urbe condita, boek ?; g) verkrachter van Lucrese - zoals verteld door Tytus Liveus) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8050.

 

Tarquinus ( a) [Fra. Tarquinius, de vader] Tarquinius Superbus (eind 6e eeuw v.C.?); b) vader van Sextus Tarquinius; d) laatste koning van Rome uit Livius' Ab urbe condita, boek ?; e) koning van Rome; g) als koning van Rome verdreven wegens [o.a.] de verkrachting van Lucrese door zijn zoon Tarquinus - zoals verteld door Tytus Liveus) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8091.

 

Tartarie ( a) [Fra. Tarse, in Cilicië (Turkije)] land van de Tataren?; i) 'heel ver weg' [waarheen Quade Tonghe zou verbannen moeten worden]) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6825.

 

Tataren, land van de zie Tartarie

 

Te Vele Gheven ( j) [Fra. Trop Doner] het pad Teveel Schenken, allegorie; k) pad naar het kasteel van Jalousie, beheerd door Rijcheit, gemaakt door Zotte Miltheit) <Te Vele Ghevene> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9284, 9875.

 

Tempeeste ( a) [Fra. 'tantes tampestes'] Storm, allegorie; g) belaagt met Sorghe de woning van Avonture) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5773.

 

Teveel Schenken zie Te Vele Gheven

 

Theophrastus zie Orestes

 

Theseus ( a) [Fra. Theseüs]; d) mee met Peirithoüs naar de onderwereld om diens geliefde Proserpina te schaken, echter beiden vastgeklonken aan een zuil door Pluto, later bevrijd door Hercules maar Peirithoüs niet; g) vriend van Pyrotheus - zocht `uit liefde' naar Pyrotheus in de hel) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 7560.

 

Tibaut ( a) [Fra. Agnés?] personage uit de (Oudfranse) pastorale poëzie?; e) [man]) Die Rose van Heinric, hs. A/B: r. 12750.

 

Tibullus zie Tybulus

 

Tiedsch zie Dietsch

 

Titanen, de zie Gigante, die

 

Titus Lyneus zie Tytus Liveus

 

Toris ( a) [Fra. Dorys] Doris; b) echtgenote van de zeegod Nereus - moeder van de Nereïden, de vijftig zeenimfen; e) zeegod; f) vader van dochters; g) verslagen door Jasoens galeischip) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8841.

 

Trauwe ( a) [Fra. Foiz] Trouw, allegorie; g) heeft met Recht, Reinicheit en Gherechticheit/Recht de wereld verlaten) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5140, 5142.

 

Trikolomuse ( a) [Fra. Tritholemus] Triptolemos c.q. Triptolemus, Griekse god van de landbouw; b) zoon van koning Keleos en Metaneira; d) lieveling van de godin Demeter, uitvinder van de ploeg; e) [var. Tritholomeus] [god]) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9401.

 

Triptolemus zie Trikslomuse

 

Triton ( a) [Fra. Triton], zeegod en zeemeerman; b) zoon van Poseidon; e) [zeegod]; g) verslagen door Jasoens galeischip) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8841.

 

Troje zie Troyen

 

Trots zie Ovaerde

 

Trouw zie Trauwe

 

Trouwbreuk zie Eelheit

 

Troyen ( h) [Fra. 'fame le roi Priant' - Troie] Troje, historische stad in Phrygië, Turkije - stad van de Trojaanse Oorlog; i) koninkrijk "[Eruba] van Troyen coninghinne" - land van herkomst van Eneas) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6274, 11993.

 

Tuliuus zie Tullius

 

Tullius ( l) [Fra. Tulles] Marcus Tullius Cicero (106-43 v.C.), Romeins staatsman en schrijver - schreef o.a. De Senectute; m) auctoritas - schreef het Bouc van der Houthede) <Cullius, Tuliuus> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 4327, 4600, 5155, 5163, 5168.

 

Tybulus ( l) [Fra. Tibullus] Tibullus (50-19 v.C.), Romeins elegisch dichter; m) auctoritas) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9710.

 

Tytus Kneus zie Tytus Liveus

 

Tytus Liveus ( l) [Fra. Tytus Livius] Titus Livius (1e eeuw n.C.), Romeins geschiedschrijver - schreef Ab urbe condita (in totaal 142 boeken); m) auctoritas - schreef over de corrupte rechter Apius en de maagd Virgine - schreef over de verkrachte Lucrese - schrijft dat alle vrouwen slecht zijn) <Titus Lyneus, Tytus Kneus> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5321, 8049, 13533.

 

U

 

V

 

Valerius ( l) [Fra. Valerius] Valerius Maximus (1e eeuw n.C.), Romeins kroniekschrijver - schreef de Facta et dicta memorabilia; m) auctoritas - raadt zijn vriend Ruffus af om te trouwen omdat vrouwen slecht zijn) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8133, 8159, 8760.

 

Valsch Ghelaet ( a) [Fra. Faus Semblant] Valse Schijn, allegorie; e) [man], 'koning van de ribauden'; f) zoon van Baraet en Ypocrisie - vriend ("amijs") van Gheveinst Wesen; g) neemt deel aan het leger van de God van Minnen - meegenomen door Gheveinst Wesen, wordt eerst ondervraagd door de God van Minnen omdat hij niet gewenst is in de Vergier, wordt uiteindelijk wel toegelaten in het leger - predikt de `schijnheiligheid', biechtvader van de rijken - gelooft niet in God, want dat heeft nog nooit iemand geholpen - doodt -verkleed als pelgrim/biechtvader- Quade Tonghe) <Ghelaet, Ghelate, [Valsch], Valsch Ghelate, Valschs Ghelaet> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9653, 9660, 9661, 9671, 9676, 9886, 10077, 10089, 10153, 10157, 10161, 10239, 10363, 10528, 10939, 10988, 11015, 11035, 11064, 11076, [11078], 11081, 11226, 11273, 11411, 11429.

 

Valse Schijn zie Valsch Ghelaet

Vastheid zie Sekerheit

 

Venus ( a) [Fra. Venus] c.q. Aphrodite, Grieks/Romeinse godin van de liefde; b) echtgenote van Vulcanus; d) geboren uit de afgesneden en in zee gegooide testikels van Uranus/Ouranos; e) godin, vrouwe - woont te Cyteroen; f) dochter van Saturnus - zuster van Jupiter - echtgenote van Vulcanus - moeder van Cupido/God van Minnen - minnares van Anthonis (= Adonis) - heeft `ontelbaar' veel zoons; g) rijk gekleed met veel opsmuk - belaagt voortdurend Reinicheit en haar rozen(knoppen) - gebruikt een fakkel ("brant") om mannen en vrouwen `in vuur en vlam' te zetten - geboren uit het `schuim der zee' nadat Jupiter de testikels ("ghegade") van Saturnus had afgesneden en in zee geworpen - door haar lelijke man Vulcanus betrapt tijdens het liefdesspel met haar knappe minnaar Mars - komt haar zoon de God van Minnen en zijn leger te hulp tegen Jalousie c.s., schiet het kasteel in brand - zie ook die Minne) <Venuse> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1495, 2877, 2884, 3466, 3522, 3557, 5279, 7666, 8420, 9560, 9909, 9968, 10003, 11596, 11828, 12085, 12545, 12550, 12649, 13330, 13343, 13349, 13369, 13397, 13424, 13427, 13489, 13820, 13826, 13830, 13873, 13877, 13907, 14200.

 

Vergilius zie Virgilius 1

 

Verginia zie Virgine

 

Verginius zie Virgilius 2

 

Vermaak zie Deduut

 

Verraad zie Dorpernie

 

Verstekinghe ( a) [Fra. Travail] Angst, allegorie; e) [var. Travael]; g) woont samen met Pine) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 4427.

 

Virgilius 1 ( l) [Fra. Virgile] Publius Vergilius Maro (ca. 70-19 v.C.), Romeins dichter - schreef o.a. de Aeneis; m) auctoritas - schrijft over de Sibile - schrijft dat alle vrouwen slecht zijn) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 8400, 13523.

 

Virgilius 2 ( a) [Fra. Virginius] bedoeld wordt Virginius c.q. Verginius (midden 5e eeuw v.C.); b) vader van Virgine; d) uit Livius' Ab urbe condita, boek III; e) [var. Virginius]; f) vader van Virgine; g) weigert zijn dochter aan de corrupte rechter Apius te geven, doodt haar na de gerechtelijke uitspraak - zoals verteld door Tytus Liveus) <Virgiliuse> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5322, 5339, 5344, 5349, 5357, 5371, 5386.

 

Virgine ( a) [Fra. Virgine] Virginia c.q. Verginia (midden 5e eeuw v.C.); b) dochter van Virginius; d) uit Livius' Ab urbe condita, boek III; f) dochter van Virgilius; g) door haar vader onthoofd om te voorkomen dat zij in handen valt van de corrupte rechter Apius - zoals verteld door Lytus Liveus) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5323, 5369.

 

Virginius zie Virgilius 2

 

Virginius zie Virgilius 2

 

Vlies, Guldijn zie Guldijn Vlies

 

Vrankerike ( h) [Fra. France] het koninkrijk Frankrijk, m.n. het gebied rondom Parijs; i) koninkrijk) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1177, 6601, 10386.

 

Vrecheit ( j) [Fra. Avarice] Gierigheid, allegorie - als ongewenst buiten de Vergier geplaatst; k) beeld op de muur van de Vergier - met mager, bleek en verwaarloosd uiterlijk, uiterst sober en zuinig) <Vrechede> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 202, 236, 239.

 

Vrees zie Vreese

 

Vrees zie Zorghe

 

Vreese ( a) [Fra. Peor] Vrees, allegorie; e) alias Zorghe - bewaakster [vrouw]; f) nicht van Scaemte/Scamelheit/Scande; g) is zeer angstig - bewaakt het rozenperk in de Vergier en later ook de burcht van Jalousie - strijdt tegen Wel Helen, Coenheit en Sekerheit) <Vreesen> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 3657, 3663, 3666, 3822, 3824, 4041, 12890, 12948, 13237, 13261, 13292, 13295, 13823.

 

Vrees voor de Hoogmoed zie Anxt Zorghe ende zeere Vervaren

 

Vrezen voor een Slechte Faam zie Ontsien over al van Quade Name

 

Vriend zie Amijs

 

Vriend zie Vrient

 

Vriendelijc Spreken ( j) [Fra. Douz Palers] Lieflijk Woord, allegorie; k) een troost - steunt de minnaars in hun lijden - is bij de Minnaar weggegaan, maar keert terug) <Goelijc Spreken, Soete Sprake, Vriendelic Spreken, Vriendelike Spreken> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 2655, 2670, 2750, 4053, 9212.

 

Vrient ( a) [Fra. Amis] Vriend, allegorie; e) alias Amijs - jongeling; g) biedt de Minnaar troost door naar diens belevenissen te luisteren en goede raad in de liefde te geven - raadt aan zowel de bewakers als de geliefde met mooie woorden en goedkope geschenken te paaien - zelf door Aermoede bij de burcht van Jalousie weggestuurd) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6691, 6703, 6724, 6727.

 

Vriheit ( a) [Fra. Franchise] Rondborstigheid, allegorie; e) alias Edelheit 1 - vrouwe; g) zacht lichaam, blanke huid, grijze ogen, rode mond, lang blond haar, gekleed in wit zijde - verblijft (danst) in de Vergier - neemt deel aan het leger van de God van Minnen, strijdt tegen Dangier - met Soete Ansien als bode naar Venus om hulp in de strijd te vragen - bevrijdt Scone Ontfaen uit de brandende burcht) <Vrihede, Vriheide> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1132, 1141, 9901, 13025, 13045, 13092, 13320, 13947, 13971.

 

Vriheit ( j) [Fra. Franchise, gevederd met Valor en Cortoisie] Eerlijkheid, allegorie; k) pijl van de God van Minnen, één van de vijf `goede' - zie ook Hovesscheit) <Vrihede> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 902.

 

Vrolijkheid zie Jolivecheit

 

Vulcanus ( a) [Fra. Vulcanus] c.q. Hephaistos, Grieks/Romeinse god van het vuur - smid der goden; b) echtgenoot van Venus; e) [god]; f) echtgenoot van Venus; g) betrapt zijn vrouw Venus met haar minnaar Mars tijdens het liefdesspel - afgewezen door zijn vrouw om zijn lelijkheid door zijn werk in de smederij) <Vulcane> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 12544, 12551.

 

W

 

Waals, het zie Walsche, dat

 

Waarheid zie Waerheit 1

 

Waarheid zie Waerheit 2

 

Waerheit 1 ( a) [Fra. 'un valet'] Waarheid, allegorie; e) jongeling; f) vriend ("amijs") van Rijcheit; g) houdt van het royale hofleven - verblijft in de Vergier) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1045.

 

Waerheit 2 ( a) [Fra. geen equivalent] Waarheid, allegorie; e) [vrouw]; g) mag van Valsch Ghelaet niet weten wat hij doet en `uitspookt') <Waer heide> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 10119.

 

Wale Helen zie Wel Helen

 

Walewein ( a) [Fra. Gauvain] c.q. Gawein; b) neef van koning Artur van Brittannië; c) Ronde Tafel-ridder; d) met een zeer goede reputatie; e) ridder; g) exemplarisch hoofs) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 2026.

 

Walsche, dat ( n) [Fra. geen equivalent] het Waals, Oudfrans - taal) Die Rose van Heinric, hs. A/B: r. 11159.

 

Wanhoop zie Wanhope

 

Wanhope ( j) [Fra. Desesperance] Wanhoop, allegorie; k) pijl van de God van Minnen, één van de vijf `slechte') Die Rose van Heinric, hs. C: r. 931.

 

Weigeringswoud zie Ontsegghen

 

Wel Helen ( a) [Fra. Bien Celer] Mond Dicht, allegorie; e) [man]; g) neemt deel aan het leger van de God van Minnen, strijdt tegen Scaemte/Scamelheit/Scande en Vreese/Zorghe) <Wale Helen> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9651, 9896, 13206, 13209, 13221, 13248.

 

Weldoene ( a) [Ofra. valor] mogelijk geen allegorie; g) op banier van de ridder van Miltheit) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 1122.

 

Wellust zie Delijt

 

Wellust zie Luxurie

 

X

 

Y

 

Ycarus ( a) [Fra. Ycharus] Icarus; b) zoon van Daedalus; d) ontsnapt met zijn vader uit het labyrinth op Kreta met door zijn vader gemaakte vleugels, vliegt echter te hoog zodat door de zonnewarmte de was smelt, verliest zijn vleugels en stort neer; f) zoon van Dedalus; g) voor hem maakte zijn vader vleugels) <Ycaruse> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 4995.

 

Ypocras ( l) [Fra. geen equivalent] Hippocrates (460-ca. 370 v.C.), Grieks arts; m) auctoritas - "vroeder [..] dan Tullius of Ypocras" - zie ook Gecien) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 5168.

 

Ypocrisie ( a) [Fra. Ypocrisie] Schijnheiligheid, allegorie; e) 'keizerin' [van deser weerelt] volgens Valsch Ghelaet; f) moeder van Valsch Ghelaet met Baraet als vader) <Ypocrisien> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9663, 10138, 10603, 10867.

 

Ysegrim zie Ysengrine

 

Ysengrine ( j) [Fra. Isengrin] Ysegrim, de wolf uit de Roman de Renart c.q. Van den vos Reinaerde; k) wolf - zal altijd zijn aard volgen en dus schapen vangen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 10273.

 

Z

 

Zachte Blik zie Soete Ansien

 

Zachte Blik zie Zoete Anezien

 

Zachte Gedachte zie Zoete Ghepeins

 

Zassen ( a) [Fra. geen equivalent] Saksen in Duitsland; i) landstreek - "om al tgoet van Zassen" [betreffende groot bezit]) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 2952.

 

Zeericheit ( j) [Fra. Tritesce] Droefenis, allegorie - als ongewenst buiten de Vergier geplaatst; k) beeld op de muur van de Vergier - met vaal en bleek uiterlijk, altijk bedroefd en in de rouw) <Seerichede> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 302, 315.

 

Zefier zie Zephirus

 

Zeine, de ( h) [Fra. Saine] de Seine, rivier in Frankrijk; i) rivier) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 106.

 

Zekerheit zie Sekerheit

 

Zephirus ( a) [Fra. Zephyrus] Zephyros c.q. Zefier, de westenwind; d) schaakte Flora en maakte haar heerseres van de bloemen; e) wind uit het westen; f) echtgenoot van Flora; g) samen heer en meester van de bloemen) Die Rose van Heinric, hs. C: r. 7834.

 

Zeus zie Jupiter

 

Zoete Anezien ( j) [Fra. Douz Regart] Zachte Blik, allegorie; k) een troost - steunt de minnaars in hun lijden - is bij de Minnaar weggegaan, en blijft weg) <Soete Anesien, Soete Ansien, Zoete Anesien, Zoete Ane zien> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 2706, 2712, 2713, 2740, 2750, 4053, 9217, 9612.

 

Zoete Anezien zie Soete Ansien

 

Zoete Ghepeins ( j) [Fra. Douz Pensers] Zachte Gedachte, allegorie; k) een troost - steunt de minnaars in hun lijden - is bij de Minnaar weggegaan, maar keert terug) <Soete Ghepeins> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 2630, 2633, 2645, 2749, 4056, 9212.

 

Zorghe ( a) [Fra. Poor] Vrees, allegorie; e) alias Vreese - "poertiere" [vrouw]; f) nicht van Scaemte/Scamelheit/Scande; g) bewaakt het rozenperk in de Vergier en later ook het kasteel van Jalousie) <Sorghe> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 6709, 7108, 7112, 9899.

 

Zotheit tanegane entie Doot Ghereet tontfane ( j) [Fra. Despit de mort] Doodsverachting; k) schild ("scilt") van Coenheit) <Zothede ...> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 13259/60.

 

Zotte Miltheit ( a) [Fra. Fole Largece] Dwaze Spilzucht, allegorie; e) dezelfde als Miltheit? - vrouwe en waardin; g) heeft het pad Te Vele Gheven naar het kasteel van Jalousie gemaakt dat door Rijcheit beheerd wordt - heeft een herberg waar de minnaars plezier maken en hun geld uitgeven) <Miltheden> Die Rose van Heinric, hs. C: r. 9285, 9317.

 

Terug naar het begin van de namenindex.